Beleidsregel coulance wateroverlast in juli 2021

Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 15-03-2022 t/m heden

Besluit van de Minister van Justitie en Veiligheid van 11 maart 2022, nr. 3849015, houdende de bekendmaking van een beleidsregel voor coulance bij de toepassing van de Regeling tegemoetkoming waterschade in Limburg en het onbedijkte gebied langs de Maas in Noord-Brabant in juli 2021 (Beleidsregel coulance wateroverlast in juli 2021)

Artikel 1

Voor deze beleidsregel wordt verstaan onder:

Artikel 2

De Minister kan, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 6 van deze beleidsregel, een tegemoetkoming in de schade verstrekken indien een gedupeerde aantoonbaar niet verzekerd was voor de schade terwijl deze redelijkerwijs verzekerbaar was.

Artikel 3

Artikel 4

  • 2 De gedupeerde dient op verzoek van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland door middel van het overleggen van zijn verzekeringspolis dan wel een afwijzend besluit van zijn verzekeraar aan te tonen dat hij niet verzekerd was voor de schade terwijl deze wel redelijkerwijs verzekerbaar was.

  • 3 De gedupeerde dient op verzoek van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aan te geven of hij uit anderen hoofde de schade geheel of gedeeltelijk vergoed heeft gekregen of zal kunnen krijgen.

  • 4 De gedupeerde is verder verplicht alle inlichtingen te verstrekken over alle feiten en omstandigheden, waarvan het hem duidelijk is of redelijkerwijs duidelijk kan zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht of op de hoogte van de tegemoetkoming.

  • 5 Indien de gedupeerde de verplichtingen, bedoeld in het tweede tot en met vierde lid, niet nakomt, kan de tegemoetkoming worden geweigerd dan wel verminderd.

Artikel 5

De beschikking op een aanvraag bevat in ieder geval:

Artikel 6

De beschikking tot het toekennen van een tegemoetkoming kan worden gewijzigd of ingetrokken, indien:

  • a. er feiten of omstandigheden zijn waarvan de Minister bij het nemen van die beschikking redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn, op grond waarvan de tegemoetkoming hoger of lager zou zijn vastgesteld, of

  • b. de hoogte van de toegekende tegemoetkoming onjuist was en de ontvanger dit wist of behoorde te weten.

Artikel 7

De Minister wijst de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland aan om deze beleidsregel uit te voeren.

Artikel 8

De beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven