Regeling specifieke uitkering naderingsdetectie op land

[Regeling vervalt per 31-12-2024.]
Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 21-10-2023 t/m heden

Regeling van de Minister voor Klimaat en Energie van 17 oktober 2023, nr. WJZ/ 37995714, houdende regels voor het verstrekken van een eenmalige specifieke uitkering voor naderingsdetectiesystemen voor bestaande windturbines op land (Regeling specifieke uitkering naderingsdetectie op land)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • bestaande windturbine: windturbine met een tiphoogte boven de 150 meter of windturbine als bedoeld in artikel 3 van het Informatieblad aanduiding van windturbines en windparken op het Nederlandse vasteland (Staatscourant 2020, 31428), waarvoor subsidie is verstrekt op basis van het Besluit Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie in de openstellingsperiode 2022 of eerder;

  • minister: Minister voor Klimaat en Energie;

  • naderingsdetectiesysteem: systeem dat luchtvaartuigen detecteert en op basis daarvan de obstakelverlichting in- of uitschakelt, terwijl de infrarood verlichting permanent blijft branden.

Artikel 2. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel om provincies éénmalig te ondersteunen bij het verminderen van lichthinder bij bestaande windturbines door het subsidiëren van het aanbrengen van naderingsdetectiesystemen.

Artikel 3. Activiteiten

De minister kan op aanvraag aan een provincie een specifieke uitkering verstrekken die wordt ingezet voor het gedeeltelijk subsidiëren van het, door exploitanten van bestaande windturbines gevestigd in de provincie, laten aanbrengen van naderingsdetectiesystemen in de periode van 1 november 2023 tot en met 31 december 2028.

Artikel 4. Hoogte, plafond en verdeling

  • 1 Het totale bedrag dat voor de specifieke uitkeringen beschikbaar is gesteld is € 3.900.000,–.

  • 2 De minister verdeelt het beschikbaar gestelde bedrag op volgorde van ontvangst van volledige aanvragen.

  • 3 Per bestaande windturbine waarvoor de provincie een specifieke uitkering aanvraagt, mag maximaal 20% van de in aanmerking komende kosten voor het aanbrengen van een operationeel naderingsdetectiesysteem, zoals bedoeld in artikel 5, gedekt worden uit gelden van deze specifieke uitkering, met een maximum van € 5.000,– per windturbine.

  • 4 De minister verleent ambtshalve aan een provincie een voorschot van 100% van de toegekende specifieke uitkering.

Artikel 5. In aanmerking komende kosten

De volgende noodzakelijk kosten komen voor een specifieke uitkering in aanmerking:

  • a. aanschaf van een systeem dat luchtvaartuigen detecteert en op basis daarvan de obstakelverlichting in- of uitschakelt;

  • b. installatie van een systeem dat luchtvaartuigen detecteert en op basis daarvan de obstakelverlichting in- of uitschakelt;

  • c. noodzakelijke kosten met betrekking tot de infrarood verlichting;

  • d. het uitvoeren van een vliegtest.

Artikel 6. Aanvraag

  • 1 Een specifieke uitkering wordt op aanvraag aan een provincie verstrekt.

  • 2 De provincie dient, met gebruikmaking van het door de minister beschikbaar gestelde middel, in de periode van 1 november 2023 tot en met 1 september 2024 één gebundelde aanvraag in voor een specifieke uitkering voor alle deelnemende windturbines in de provincie.

  • 3 Een aanvraag bevat in ieder geval:

    • a. de naam en bankgegevens van de provincie;

    • b. de contactgegevens van de contactpersoon bij de provincie;

    • c. de datum van de aanvraag;

    • d. het aantal windturbines waarop een naderingsdetectiesysteem wordt aangebracht, de planning en de kosten daarvan;

    • e. het bedrag waarvoor een specifieke uitkering wordt aangevraagd; en

    • f. een verklaring van de provincie dat de provincie per bestaande windturbine die in de aanvraag is betrokken evenals de minister zelf ook 20% van de in aanmerking komende kosten, zoals bedoeld in artikel 5, subsidieert.

  • 4 Op de volledige aanvraag wordt binnen 8 weken na ontvangst een beslissing genomen.

  • 5 De in het vierde lid bedoelde termijn kan eenmalig met ten hoogste 8 weken worden verlengd.

Artikel 7. Verplichtingen

De provincie draagt er zorg voor dat de specifieke uitkering uitsluitend wordt ingezet ten behoeve van het in artikel 2 genoemde doel en op zodanige wijze dat er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun.

Artikel 8. Afwijsgronden

De minister wijst een aanvraag af indien er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd niet of niet geheel zullen worden uitgevoerd of de provincie niet zal voldoen aan de in deze regeling opgenomen verplichtingen.

Artikel 9. Informatieverplichtingen

De provincie doet onverwijld schriftelijk mededeling aan de minister zodra aannemelijk is dat:

  • a. de in artikel 3 genoemde activiteiten niet, niet tijdig, of niet geheel zullen worden verricht; of

  • b. niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de specifieke uitkering verbonden verplichtingen zal worden voldaan.

Artikel 10. Verantwoording en terugvordering

  • 2 Indien uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de specifieke uitkering niet volledig is besteed aan het doel waarvoor deze is verleend, of onrechtmatig is besteed, kan de specifieke uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede doel door de minister worden teruggevorderd. De minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan de decentrale overheid.

Artikel 11. Vaststelling

  • 1 De minister stelt de specifieke uitkering ambtshalve overeenkomstig de verlening vast uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de minister de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet, over de uitkeringsperiode van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ontvangen, tenzij:

    • a. de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verleend niet of niet geheel zijn uitgevoerd, of

    • b. niet is voldaan aan de aan de specifieke uitkering verbonden verplichtingen.

Artikel 12. Vervaltermijn

Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2024, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op specifieke uitkeringen die voor die datum zijn verstrekt.

Artikel 13. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 14. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering naderingsdetectie op land.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 17 oktober 2023

De Minister voor Klimaat en Energie,

R.A.A. Jetten

Naar boven