Regeling specifieke uitkering regionale structuur Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie

[Regeling vervalt per 01-01-2027.]
Geraadpleegd op 30-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m heden

Regeling van Onze Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2023, nr. 2023-0000224684, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een specifieke uitkering ten behoeve van de regionale structuur van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (Regeling specifieke uitkering regionale structuur Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie)

Artikel 1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • accounthouder: aan de gemeenten gekoppelde contactpersoon van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie;

  • budgethouder: gemeente, provincie of omgevingsdienst;

  • minister: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • NPLW: Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie;

  • regio: regio, genoemd in bijlage I;

  • regiocoördinator: een door de budgethouder binnen de regio aangewezen regiocoördinator voor de warmtetransitie;

  • transitievisie warmte: beleidsdocument van gemeenten dat een eerste richting geeft aan de aanpak van het isoleren en aardgasvrij maken van de gebouwde omgeving;

  • uitvoeringsplan: plan met een concretisering van de transitievisie warmte en dat beschrijft hoe de gemeente de wijkgerichte aanpak in specifieke wijken of buurten wil uitvoeren of regisseren.

Artikel 2. Activiteiten waarvoor een uitkering kan worden verstrekt

  • 1 De minister kan op aanvraag een specifieke uitkering verstrekken aan een budgethouder voor activiteiten die tot doel hebben om regionaal samen te werken aan het uitvoeren van de warmtetransitie, waaronder de transitievisies warmte en het maken en uitvoeren van uitvoeringsplannen.

  • 2 De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, omvatten in elk geval het aanstellen of aannemen van een regiocoördinator en een of meer van deze activiteiten:

    • a. het organiseren of inhuren van expertise voor of ondersteuning van de warmtetransitie en het inzetten daarvan in de regio;

    • b. het organiseren van een regionaal afstemmingsoverleg of zorgen dat bestaande overleggen die zich hiervoor lenen worden voortgezet; of

    • c. op regionaal niveau naar behoefte verbinding leggen met andere bovenlokale opgaven.

Artikel 3. Verantwoordelijkheid regiocoördinator

De regiocoördinator is verantwoordelijk voor:

  • a. het organiseren van een regionaal afstemmingsoverleg over de lokale warmtetransitie of zorgen dat bestaande overleggen die zich hiervoor lenen worden voortgezet;

  • b. het zijn van aanspreekpunt voor accounthouders van het NPLW;

  • c. het leveren van voortgangsinformatie;

  • d. het verspreiden van kennis en het ontvangen van informatie van het NPLW;

  • e. het deelnemen aan bijeenkomsten voor het netwerk van regiocoördinatoren en het doorgeven van signalen en lessen aan de accounthouders van het NPLW; en

  • f. het coördineren van de aansluiting van relevante partijen bij het afstemmingsoverleg naar behoefte van de regio.

Artikel 4. Uitkeringsplafond en verdeling van de uitkering

  • 1 De minister kan per kalenderjaar in totaal ten hoogste € 9.000.000,– aan specifieke uitkeringen verstrekken verminderd met het bedrag aan compensabele BTW.

  • 2 Een specifieke uitkering bedraagt per kalenderjaar per regio het genoemde bedrag in bijlage I verminderd met het bedrag aan compensabele BTW.

  • 3 De minister stort de uitkering op het rekeningnummer van de budgethouder verminderd met het bedrag aan compensabele BTW. Het bedrag aan compensabele BTW stort de minister in het BTW-compensatiefonds. De budgethouder kan de compensabele BTW via het BTW-compensatiefonds terugvorderen.

  • 4 In afwijking van het eerste lid kan de Minister in het kalenderjaar 2023 in aanvulling op het genoemde bedrag in het eerste lid ten hoogste € 7.500.000 aan specifieke uitkeringen verstrekken verminderd met het bedrag aan compensabele BTW.

  • 5 Het aanvullende bedrag, genoemd in het vierde lid, bedraagt per regio het genoemde bedrag in bijlage II verminderd met het bedrag aan compensabele BTW.

Artikel 5. Aanvraag en beslistermijn

  • 1 Een aanvraag voor een specifieke uitkering kan eenmaal per kalenderjaar per regio worden ingediend vanaf 1 juli 2023 tot en met 1 juli 2025.

  • 2 Een aanvraag bevat ten minste:

    • a. een omschrijving van de regio en welke gemeenten binnen de regio vallen;

    • b. een omschrijving van de wijze waarop de budgethouder bepaald is binnen de regio;

    • c. een omschrijving van de beoogde activiteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd en de wijze waarop de activiteiten bijdragen aan het doel, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

    • d. een begroting, waaronder het bedrag of een inschatting hiervan aan BTW-kosten waarop de regio aanspraak kan maken uit het BTW-compensatiefonds;

    • e. de verwachte begin- en einddatum van de activiteiten; en

    • f. het bankrekeningnummer waarop de specifieke uitkering dient te worden gestort, inclusief een bewijs dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat;

    • g. een verklaring of de aanvraag ook wordt gedaan voor het bedrag, bedoeld in artikel 4, vierde lid.

  • 3 Per regio kan maximaal eenmaal per jaar een specifieke uitkering worden verstrekt.

  • 4 Een aanvraag wordt ingediend via een formulier dat beschikbaar wordt gesteld op de website van het NPLW.

  • 5 De minister neemt binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag een besluit over de verstrekking van een specifieke uitkering.

Artikel 6. In aanmerking komende kosten

  • 1 Een specifieke uitkering kan worden verstrekt voor alle kosten die direct samenhangen met de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid.

  • 3 Kosten voor levering van goederen of diensten door derden komen uitsluitend in aanmerking als deze marktconform zijn bepaald.

Artikel 7. Weigeringsgronden

Een aanvraag voor een specifieke uitkering wordt afgewezen, indien:

  • a. de activiteiten in de aanvraag niet vallen onder de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • b. niet aannemelijk is dat de activiteiten in de aanvraag voor 1 januari 2027 zijn afgerond; of

  • c. de aanvraag onvoldoende gedragen wordt binnen de regio.

Artikel 8. Verplichtingen ontvanger specifieke uitkering

  • 1 De ontvanger van de specifieke uitkering is verplicht om:

    • a. de activiteiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, af te ronden voor 1 januari 2027;

    • b. het NPLW op verzoek te informeren over de voortgang van de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verstrekt; en

    • c. op verzoek informatie te verschaffen ten behoeve van door de minister ingestelde onderzoeken die erop zijn gericht informatie te verkrijgen over de doelmatigheid en doeltreffendheid van het NPLW en de regionale structuur.

  • 2 Indien de uitvoering van de activiteiten voor 1 januari 2027, buiten de schuld van de ontvanger van de specifieke uitkering niet mogelijk is, kan de minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de ontvanger eenmaal met ten hoogste een jaar verlengen.

Artikel 9. Bestemming niet-gebruikte middelen

  • 1 De minister kan het restant van een specifieke uitkering terugvorderen als de specifieke uitkering niet of niet geheel is besteed voor 1 januari 2027.

  • 2 In afwijking van het eerste lid kan de minister, indien sprake is van een verlenging van de termijn voor de uitvoering van de activiteiten als bedoeld in artikel 7, tweede lid, het restant van een specifieke uitkering terugvorderen als de specifieke uitkering niet of niet geheel is besteed voor 1 januari 2028.

Artikel 10. Verantwoording en terugvordering

  • 2 De minister stelt de specifieke uitkering vast nadat de budgethouder, op de in het eerste lid bedoelde wijze, de verantwoordingsinformatie aan de minister heeft verstrekt. Indien de uiterste datum voor het afronden van de activiteiten, bedoeld in artikel 2, is verstreken en de budgethouder geen verantwoordingsinformatie heeft verstrekt, stelt de minister de specifieke uitkering vast aan de hand van de eerstvolgende verantwoordingsinformatie.

  • 3 Als uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de specifieke uitkering niet of niet volledig is besteed aan de activiteiten waarvoor deze is verstrekt, of onrechtmatig is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de minister worden teruggevorderd. De minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling over de terugvordering aan de ontvanger van de specifieke uitkering.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2023 en vervalt met ingang van 1 januari 2027, met dien verstande dat deze regeling van toepassing blijft op specifieke uitkeringen die op grond van deze regeling vóór laatstgenoemde datum zijn verstrekt.

Artikel 13. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering regionale structuur Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

H.M. de Jonge

Bijlage I. Verdeling middelen

Bijlage bij de artikelen 1 en 4, tweede lid

Regio

Basisbedrag

(1 FTE)

% aantal gemeenten in regio

Bedrag naar verdeling gemeenten

% aantal inwoners in regio

Bedrag naar verdeling inwoners

Totaalbedrag 2023

(in €)

Achterhoek

100.000

0,023

105.263,16

0,017

25.590,86

230.854,02

Alblasserwaard

100.000

0,006

26.315,79

0,005

7.015,878

133.331,67

Amersfoort

100.000

0,020

92.105,26

0,017

26.173,53

218.278,79

Arnhem Nijmegen

100.000

0,047

210.526,32

0,043

63.887,84

374.414,15

Cleantech

100.000

0,020

92.105,26

0,020

29.515,1

221.620,37

Drechtsteden

100.000

0,020

92.105,26

0,017

24.958,57

217.063,83

Drenthe

100.000

0,035

157.894,74

0,028

42.443,77

300.338,51

Flevoland

100.000

0,018

78.947,37

0,025

37.074

216.021,36

Foodvalley

100.000

0,023

105.263,16

0,021

31.442,01

236.705,16

Fruitdelta Rivierenland

100.000

0,023

105.263,16

0,014

21.400,66

226.663,82

Fryslân

100.000

0,053

236.842,11

0,037

55.769,81

392.611,92

Goeree-Overflakkee

100.000

0,003

13.157,89

0,003

4.353,245

117.511,14

Groningen

100.000

0,029

131.578,95

0,034

50.325,25

281.904,20

Hart van Brabant

100.000

0,026

118.421,05

0,027

39.946,57

258.367,62

Hoeksche Waard

100.000

0,003

13.157,89

0,005

7.564,947

120.722,84

Holland Rijnland

100.000

0,038

171.052,63

0,033

49.181,49

320.234,12

Metropoolregio Eindhoven

100.000

0,061

276.315,79

0,045

67.456,92

443.772,71

Midden-Holland

100.000

0,015

65.789,47

0,014

20.810,32

186.599,79

Noord- en Midden-Limburg

100.000

0,044

197.368,42

0,030

44.704,52

342.072,94

Noord-Holland Noord

100.000

0,050

223.684,21

0,039

58.284,58

381.968,79

Noord-Holland Zuid

100.000

0,079

355.263,16

0,127

189.843,5

645.106,70

Noordoost Brabant

100.000

0,029

131.578,95

0,035

52.776,41

284.355,36

Noord-Veluwe

100.000

0,020

92.105,26

0,011

16.109,08

208.214,34

Rotterdam-Den Haag

100.000

0,061

276.315,79

0,137

206.223,6

582.539,41

Twente

100.000

0,041

184.210,53

0,036

54.055,67

338.266,19

U16

100.000

0,047

210.526,32

0,055

82.658,52

393.184,84

West-Brabant

100.000

0,047

210.526,32

0,041

60.920,87

371.447,18

West-Overijssel

100.000

0,032

144.736,84

0,031

45.875,99

290.612,83

Zeeland

100.000

0,038

171.052,63

0,022

32.980,58

304.033,21

Zuid-Limburg

100.000

0,047

210.526,32

0,034

50.655,85

361.182,17

Totaal

3.000.000

 

4.500.0000

 

1.500.000

9.000.000

Bijlage II. Verdeling middelen aanvullend bedrag 2023

Bijlage bij artikel 4, vijfde lid

Regio

% aantal gemeenten in regio

Bedrag naar verdeling gemeenten

% aantal inwoners in regio

Bedrag naar verdeling inwoners

Totaalbedrag 2023

(in €)

Achterhoek

0,023

116.959,06

0,017

42.651,44

159.610,50

Alblasserwaard

0,006

29.239,77

0,005

11.693,13

40.932,90

Amersfoort

0,020

102.339,18

0,017

43.622,55

145.961,73

Arnhem Nijmegen

0,047

233.918,13

0,043

106.479,73

340.397,86

Cleantech

0,020

102.339,18

0,020

49.191,84

151.531,02

Drechtsteden

0,020

102.339,18

0,017

41.597,61

143.936,80

Drenthe

0,035

175.438,60

0,028

70.739,62

246.178,22

Flevoland

0,018

87.719,30

0,025

61.789,99

149.509,29

Foodvalley

0,023

116.959,06

0,021

52.403,34

169.362,41

Fruitdelta Rivierenland

0,023

116.959,06

0,014

35.667,77

152.626,83

Fryslân

0,053

263.157,89

0,037

92.949,69

356.107,58

Goeree-Overflakkee

0,003

14.619,88

0,003

7.255,41

21.875,29

Groningen

0,029

146.198,83

0,034

83.875,42

230.074,25

Hart van Brabant

0,026

131.578,95

0,027

66.577,62

198.156,56

Hoeksche Waard

0,003

14.619,88

0,005

12.608,24

27.228,13

Holland Rijnland

0,038

190.058,48

0,033

81.969,15

272.027,63

Metropoolregio Eindhoven

0,061

307.017,54

0,045

112.428,19

419.445,74

Midden-Holland

0,015

73.099,42

0,014

34.683,87

107.783,28

Noord- en Midden-Limburg

0,044

219.298,25

0,030

74.507,53

293.805,77

Noord-Holland Noord

0,050

248.538,01

0,039

97.140,97

345.678,99

Noord-Holland Zuid

0,079

394.736,84

0,127

316.405,91

711.142,75

Noordoost Brabant

0,029

146.198,83

0,035

87.960,68

234.159,51

Noord-Veluwe

0,020

102.339,18

0,011

26.848,46

129.187,64

Rotterdam-Den Haag

0,061

307.017,54

0,137

343.706,03

650.723,57

Twente

0,041

204.678,36

0,036

90.092,78

294.771,14

U16

0,047

233.918,13

0,055

137.764,21

371.682,34

West-Brabant

0,047

233.918,13

0,041

101.534,78

335.452,91

West-Overijssel

0,032

160.818,71

0,031

76.459,98

237.278,70

Zeeland

0,038

190.058,48

0,022

54.967,63

245.026,11

Zuid-Limburg

0,047

233.918,13

0,034

84.426,42

318.344,55

Totaal

 

5.000.000

 

2.500.000

7.500.000

Naar boven