Besluit vaststelling bedragen per eenheid uitkering gemeentefonds uitkeringsjaar 2019

[Regeling materieel uitgewerkt per 03-08-2024.]
Geraadpleegd op 30-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 03-08-2022 t/m heden

Besluit van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst van 7 juli 2022, nr. 2022-0000354369, tot vaststelling van de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het uitkeringsjaar 2019

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,

Gelet op artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluiten:

Artikel 1

Voor het uitkeringsjaar 2019 worden de bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, vastgesteld overeenkomstig bijlage 1.

Artikel 2

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

H.G.J. Bruins Slot

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst,

M.L.A. van Rij

Bijlage 1. De bedragen per eenheid voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor het uitkeringsjaar 2019 (bijlage bij artikel 1)

Nr.

Maatstaven

Bedragen in € (tenzij anders aangegeven)

1

Ozb woningen eigenaren

–0,1000%

1a

Ozb niet-woningen eigenaren

–0,1569%

1b

Ozb niet-woningen gebruikers

–0,1265%

2

Inwoners

160,07

3

Éénouderhuishoudens

835,35

3a

Éénouderhuishoudens met 2 of meer kinderen

1.279,81

3b

Éénpersoonshuishoudens

51,24

3c

Éénpersoonshuishoudens 65 t/m 74 jaar

15,69

3d

Éénpersoonshuishoudens 75 t/m 84 jaar

62,77

3e

Éénpersoonshuishoudens 85 jaar en ouder

109,82

4

Jongeren

731,61

5

Inwoners jonger dan 65 jaar

4,03

5a

Inwoners 65 jaar en ouder

100,55

5b

Inwoners 65 t/m 74 jaar

0,18

5c

Inwoners 75 t/m 84 jaar

26,44

5d

Inwoners 85 jaar en ouder

0,18

6a

Inwoners waddengemeenten t/m 2500

201,79

6b

Inwoners waddengemeenten van 2501 t/m 7500

132,44

6c

Inwoners waddengemeenten vanaf 7501

33,62

7

Huishoudens met laag inkomen

30,59

7a

Huishoudens met een laag inkomen met drempel

686,83

7b

Huishoudens

90,53

7c

Huishoudens met een laag inkomen 65 t/m 74 jaar

122,86

7d

Huishoudens met een laag inkomen 75 t/m 84 jaar

491,05

7e

Huishoudens met een laag inkomen 85 jaar en ouder

858,18

7f

Jongeren in gezinnen met armoederisico

245,66

8

Bijstand

2.132,68

8a

Loonkostensubsidie

1.941,10

8b

Bijstandshuishoudens met minderjarige kinderen

659,95

8c

Éénouderhuishoudens die bijstand ontvangen

1.748,26

8d

Re-integratie klassiek

334.628,82

9

Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen particuliere huishoudens

–125,25

9a

Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens met kinderen

–490,17

9b

Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 65 t/m 74 jaar

112,06

9c

Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 75 t/m 84 jaar

448,31

9d

Gemiddeld gestandaardiseerd inkomen huishoudens 85 jaar en ouder

784,53

10

Medicijngebruik met drempel

370,01

10a

Ouders met langdurig psychisch medicijngebruik

3.616,63

10b

Bedden

0,81

11

Uitkeringsontvangers

85,82

11a

Uitkeringsontvangers minus bijstandontvangers

1.076,99

11b

Wajong

858,71

12

Minderheden

321,78

12a

Minderheden met drempel

325,13

13

Klantenpotentieel lokaal

45,97

14

Klantenpotentieel regionaal

23,54

15

Leerling voortgezet onderwijs

370,50

15a

Leerling speciale school voor basisonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs

230,78

15b

Extra groei leerlingen voortgezet onderwijs

220,56

15c

Achterstandsleerlingen met drempel

2.312,25

15d

Basisonderwijsleerlingen met leerlinggewicht 0,3

–1.632,89

15e

Basisonderwijsleerlingen met leerlinggewicht 1,2

–2.563,65

15f

Extra groei jongeren

249,86

16

Land

41,18

18

Land * bodemfactor gemeente

26,89

19

Binnenwater

38,02

20

Buitenwater

22,97

21

Oppervlak bebouwing

595,42

22

Oppervlak bebouwing woonkern * bodemfactor woonkern

3.089,24

22a

Oppervlak bebouwing woonkern

2.302,40

23

Oppervlak bebouwing buitengebied * bodemfactor buitengebied

1.524,90

23a

Oppervlak bebouwing buitengebied

1.936,54

24

Woonruimten

57,54

25

Woonruimten * bodemfactor woonkern

50,79

27a

Historische kernen eerste groep

3.222,18

27b

Historische kernen tweede groep

6.949,64

27c

Historische kernen derde groep

15.102,84

28

Historische waterweg

15,58

29

Bewoonde oorden 1930

31,50

30

Woningen 1930 in bewoonde oorden

85,74

31a

ISV, onderdeel a

6.133.771,60

31b

ISV, onderdeel b

3.764.536,49

32

Omgevingsadressendichtheid

58,58

32a

Omgevingsadressendichtheid met drempel

23,72

34

Oeverlengte * bodemfactor gemeente

11,72

35

Oeverlengte * bodemfactor gemeente * dichtheidsfactor

5,82

36

Meerkernigheid

9.070,21

36a

Grote woonkernen

60.233,38

37

Meerkernigheid * bodemfactor buitengebied

14.877,08

38

Bedrijven

75,58

38a

Belastingcapaciteit niet-woningen

380,70

39

Vastbedrag voor iedere gemeente

249.784,90

40

Vast bedrag Amsterdam

104.966.340,63

41

Vast bedrag Rotterdam

64.491.778,38

42

Vast bedrag Den Haag

51.002.420,84

43

Vast bedrag Utrecht

30.708.535,84

44

Vast bedrag Waddengemeenten

150.164,11

44a

Vast bedrag Baarle-Nassau

249.784,90

Naar boven