Regeling specifieke uitkering snelheid woningbouw

Geraadpleegd op 31-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 08-12-2021 t/m heden

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 december 2021, nr. 2021-0000578310, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten ten behoeve van de financiering van tijdelijke capaciteit of externe expertise ter bevordering van de snelheid van woningbouw in veertien grootschalige woningbouwgebieden (Regeling specifieke uitkering snelheid woningbouw)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet juncto artikel 4:23, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • Minister: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2. Specifieke uitkering

  • 1 De Minister verstrekt een specifieke uitkering aan een gemeente voor de inhuur van tijdelijke capaciteit of externe expertise ter bevordering van de snelheid van woningbouw.

  • 2 De specifieke uitkering wordt verstrekt aan de gemeente:

    • a. Groningen, voor de gebieden Groningen Suikerzijde en Groningen Stadshavens/ Eemskanaalzone;

    • b. Eindhoven, voor het gebied Eindhoven KnoopXL;

    • c. Breda, voor het gebied Brabantse Stedenrij, bestaande uit deelgebieden Spoorzone Den Bosch, Tilburg Kenniskwartier en Breda CSM-terrein;

    • d. Delft, voor het gebied Oude Lijn Zuidelijke Randstad;

    • e. Amsterdam, voor het gebied Amsterdam Haven-Stad;

    • f. Almere, voor het gebied MRA-Oost;

    • g. Haarlemmermeer, voor het gebied MRA-West;

    • h. Rotterdam, voor het gebied Rotterdam Oostflank;

    • i. Den Haag, voor het gebied Den Haag Central Innovation District/ Binckhorst;

    • j. Utrecht, voor het gebied Utrecht Groot Merwede;

    • k. Nijmegen, voor de gebieden Nijmegen Stationsgebied en Kanaalzone; en

    • l. Zwolle, voor het gebied Zwolle Spoorzone.

  • 3 De specifieke uitkering bedraagt in 2021 € 182.000,00 per gemeente.

  • 4 De specifieke uitkering wordt niet aangewend voor het bekostigen van de BTW die verschuldigd is over de kosten ten gevolge van de activiteiten, bedoeld in het eerste lid, voor zover het bedrag van de BTW in aanmerking komt voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-Compensatiefonds.

Artikel 3. Voorwaarden voor de uitkering

  • 1 De gemeente besteedt de specifieke uitkering volledig uiterlijk op 31 december van het tweede kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de uitkering is verstrekt, aan de activiteiten waarvoor deze is verstrekt.

  • 2 Indien de volledige besteding van de specifieke uitkering op die datum niet mogelijk is, kan de Minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de gemeente eenmaal met ten hoogste een jaar verlengen. Het verzoek tot verlenging wordt uiterlijk ingediend op 1 november van het tweede kalenderjaar dat volgt op het kalenderjaar waarin de uitkering is verstrekt.

Artikel 4. Wijze van betaling

De wijze van uitbetaling van de specifieke uitkering wordt in de beschikking tot toekenning van de uitkering bepaald.

Artikel 5. Meldingsplicht

De gemeente die een specifieke uitkering heeft ontvangen is verplicht om onverwijld een schriftelijke melding te doen zodra aannemelijk is dat niet, niet tijdig of niet geheel aan de aan de specifieke voorwaarden verbonden verplichtingen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, zal worden voldaan.

Artikel 6. Informatievoorziening na toekenning

  • 1 Het college informeert de Minister op verzoek over de voortgang van de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is toegekend.

  • 2 Het college verleent op verzoek van de Minister medewerking en verstrekt informatie ten behoeve van de voortgang en de evaluatie ten aanzien van de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze regeling.

Artikel 7. Verantwoording en terugvordering

  • 2 De Minister stelt de specifieke uitkering vast uiterlijk op 31 december van het jaar waarin de gemeente de verantwoording, bedoeld in het eerste lid, heeft verstrekt.

  • 3 Als uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de specifieke uitkering niet volledig is besteed aan de activiteiten waarvoor deze is verstrekt, of onrechtmatig is besteed, of dat niet is voldaan aan de verplichtingen gesteld op grond van artikel 3 kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de Minister worden teruggevorderd. De Minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie, bedoeld in het eerste lid, mededeling van de terugvordering aan de gemeente.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 9. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering snelheid woningbouw.

Lasten en bevelen dat deze regeling met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren

Naar boven