Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen

Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 01-11-2023 t/m heden

Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 24 november 2021, nr. 2021-0000417507, houdende regels met betrekking tot de verstrekking van een specifieke uitkering aan gemeenten in de provincie Groningen en aan de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die verband houden met de uitvoering van de versterking, of die gericht zijn op de verbetering van de sociale cohesie, of die gericht zijn op de toekomstbestendigheid of leefbaarheid van de Provincie Groningen (Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen)

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel 17, tweede lid, van de Financiële-verhoudingswet;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • batch 1.588: door de Nationaal Coördinator Groningen benoemde batch van 1.588 woningen in de gemeenten waarvoor versterkingsadviezen zijn opgesteld;

  • bestuurlijke afspraken: bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 die zijn gemaakt tussen de minister, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en zeven gemeenten in het aardbevingsgebied en de provincie Groningen (Kamerstukken II 2020/21, 33529, nr. 830);

  • Convenant Batch 1.588: convenant van 11 maart 2019 dat is gesloten tussen de minister, de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de gemeenten Delfzijl, Appingedam, Midden-Groningen en Groningen (Stcrt. 2019, 18984);

  • gemeente: één van de gemeenten, genoemd in artikel 2, eerste lid;

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • Nationaal Programma Groningen: Nationaal Programma Groningen als bedoeld in de Bestuursovereenkomst Nationaal Programma Groningen (Kamerstukken II, 2018/19, 33 529, nr. 587, bijlage 1).

Artikel 2. Activiteiten waarvoor een uitkering wordt verstrekt

  • 1 De minister kan een specifieke uitkering verstrekken aan:

    • a. de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen, Oldambt, Westerkwartier en de provincie Groningen voor de uitvoering van projecten en werkzaamheden ten behoeve van het Nationaal Programma Groningen;

    • b. de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen en Oldambt en de provincie Groningen, ten behoeve van activiteiten die gericht zijn op de verbetering van de sociale cohesie, door middel van het maken en uitvoeren van afspraken die voor dat doel zijn gemaakt;

    • c. de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen en Oldambt en de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten die zijn gericht op de uitvoering van de versterkingsopgave en op activiteiten die daaraan ondersteunend zijn;

    • d. de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen en Oldambt en de provincie Groningen ten behoeve van activiteiten in de openbare ruimte die noodzakelijk zijn in verband met de versterkingsopgave;

    • e. de gemeenten Eemsdelta, Groningen, Het Hogeland, Midden-Groningen en Oldambt ten behoeve van activiteiten die gericht zijn op het bieden van sociale en emotionele ondersteuning aan inwoners; en

    • f. de gemeenten Eemsdelta, Groningen en Midden-Groningen ten behoeve van het versterken van gebouwen in batch 1.588.

  • 2 De specifieke uitkering wordt niet verstrekt voor BTW die verschuldigd is over kosten voor de uitvoering van projecten en werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, voor zover het bedrag van de BTW in aanmerking komt voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds of voor zover de kosten in aanmerking komen voor aftrek op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968.

Artikel 3. Verplichtingen

  • 1 De gemeente of provincie besteedt de specifieke uitkering uitsluitend aan de uitvoering van de activiteiten waarvoor deze is verstrekt.

  • 2 Aan de verstrekking van een specifieke uitkering kunnen nadere verplichtingen worden verbonden.

Artikel 4. Uitkeringsplafond, uitkering, verdeling en wijze van betaling

  • 1 Het uitkeringsplafond bedraagt € 2.266.000.000.

  • 2 De minister verspreidt de uitkering over meerdere kalenderjaren. Uiterlijk op 1 oktober van het desbetreffende kalenderjaar dienen de gemeenten en de provincie gezamenlijk per op grond van artikel 2, eerste lid, onderdelen a tot en met f, te verstrekken uitkering een voorstel voor de verdeling van die uitkering over de gemeenten en provincie en over de activiteiten voor het desbetreffende kalenderjaar in bij de minister. De minister neemt de hoogte en de verdeling van de uitkering per kalenderjaar op in de bijlage bij dit artikel.

  • 3 De verstrekking van de uitkering voor het desbetreffende kalenderjaar vindt uiterlijk op 1 december van dat kalenderjaar plaats. De bedragen worden binnen twee weken na het verzenden van de verstrekking uitbetaald.

Artikel 5. Informatievoorziening na toekenning

  • 1 Het college van burgemeester en wethouders of het college van gedeputeerde staten informeert de minister op verzoek over de voortgang van de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is toegekend.

  • 2 Het college van burgemeester en wethouders of het college van gedeputeerde staten verleent op verzoek van de minister medewerking en verstrekt informatie ten behoeve van de evaluatie van de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze regeling.

Artikel 6. Verantwoording, terugvordering en vaststelling

  • 2 Als uit de verantwoordingsinformatie blijkt dat de uitkering niet volledig is besteed aan de activiteiten waarvoor deze is verstrekt, of onrechtmatig is besteed, of dat niet is voldaan aan de verplichtingen gesteld op grond van artikel 3, tweede lid, kan de uitkering ter hoogte van het niet of onrechtmatig bestede deel door de minister worden teruggevorderd. De minister doet binnen een jaar na ontvangst van de verantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan de ontvanger van de specifieke uitkering.

  • 3 De specifieke uitkering wordt vastgesteld uiterlijk op 31 december in het jaar dat de eindverantwoordingsinformatie is ingediend.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen.

Lasten en bevelen dat deze regeling met de daarbij behorende toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

K.H. Ollongren

Bijlage bij artikel 4, tweede lid, van de Meerjarige regeling verstrekking specifieke uitkeringen aardbevingsgebied Groningen

Tranche 2021:

  • 1. De specifieke uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt voor:

    • a. de provincie Groningen: € 37.881.511, waarvan:

      • 1°. € 18.442.500 voor de uitvoering van projecten uit het programma Toukomst, waarvan:

        • € 9.152.500 voor de uitvoering van het project Roemte;

        • € 150.000 voor de uitvoering van het project Markante Kultuurhoezen;

        • € 300.000 voor de uitvoering van het project Zo willen wij wonen;

        • € 1.090.000 voor de uitvoering van het project Voorbereidend project Landschapswerkplaats;

        • € 105.000 voor de uitvoering van het project Aardbeving beleving;

        • € 50.000 voor de uitvoering van het project (Boeren)Erven, als stapstenen voor de natuur;

        • € 400.000 voor de uitvoering van het project Elk dorp zijn eigen voedseltuin;

        • € 3.000.000 voor de uitvoering van het project Zummerbühne;

        • € 2.000.000 voor de uitvoering van het project Sterke musea;

        • € 200.000 voor de uitvoering van het project Nu leren wat later is;

        • € 1.000.000 voor de uitvoering van het project Kunst in de zorg;

        • € 55.000 voor de uitvoering van het project Filosofie op het Vmbo;

        • € 210.000 voor de uitvoering van het project Kansrijke Generatie;

        • € 115.000 voor de uitvoering van het project De Barst;

        • € 115.000 voor de uitvoering van het project Touripedia;

        • € 250.000 voor de uitvoering van het project Waddenburger;

        • € 250.000 voor de uitvoering van het project Groningen groen en Duurzaam: Agrifuture; en

      • 2°. € 19.439.011 voor de uitvoering van projecten uit het Thematisch programma, waarvan:

        • € 375.000 voor de uitvoering van het project Organisatielasten thematisch programma;

        • € 72.200 voor de uitvoering van het project Zorg Nabij; en

        • € 880.775 voor de uitvoering van het project Digitale academie;

        • € 2.000.000 voor de uitvoering van het project Ondernemersportaal GroBusiness;

        • € 5.500.000 voor de uitvoering van het project Field labs autonoom vervoer;

        • € 234.244 voor de uitvoering van het project 8 persoons OV-bus en taxibus op waterstof

        • € 1.621.845 voor de uitvoering van het project Retrofit Q-liner en intercitybus naar waterstof elektrisch;

        • € 1.500.000 voor de uitvoering van het project Hive mobility Center (fase 2);

        • € 1.020.584 voor de uitvoering van het project Innovatiehub Oost-Groningen;

        • € 1.494.600 voor de uitvoering van het project Venturelab Noord;

        • € 3.000.000 voor de uitvoering van het project Waterstof Werkt;

        • € 1.739.763 voor de uitvoering van het project REGAIN;

    • b. de gemeente Groningen: € 1.000.000, voor de uitvoering van het project Budgetten voor dorpsagenda's;

    • c. de gemeente het Hogeland: € 3.131.691, waarvan:

      • 1°. € 1.602.000 voor de uitvoering van het project Enne Jans Heerd; en

      • 2°. € 1.529.691 voor de uitvoering van het project Centrumplan Leens;

    • d. de gemeente Midden-Groningen: € 3.330.585, waarvan:

      • 1°. € 300.000 voor de uitvoering van het project Organisatielasten Lokaal Programma Midden-Groningen;

      • 2°. € 1.064.000 voor de uitvoering van het project Ontwikkelbedrijf;

      • 3°. € 680.000 voor de uitvoering van het project Moeders van Midden-Groningen;

      • 4°. € 500.000 voor de uitvoering van het project Toekomstbestendig Cultureel erfgoed;

      • 5°. € 786.585 voor de uitvoering van het project Verbeteren veiligheid Midden-Groningen; en

    • e. de gemeente Eemsdelta: € 9.853.588, waarvan:

      • 1°. € 3.283.500 voor de uitvoering van het project Gebiedsontwikkeling Delfzijl Centrum Zuidoost – Fase 2: Wonen met een plus;

      • 2°. € 290.000 voor de uitvoering van het project Modern Noaberschap;

      • 3°. € 780.450 voor de uitvoering van het project Inzet van buiten- fitnessvoorzieningen;

      • 4°. € 20.000 voor de uitvoering van het project Tijd voor Toekomst (deel Eemsdelta);

      • 5°. € 3.930.000 voor de uitvoering van het project Sociaal programma Eemsdelta;

      • 6°. € 1.179.638 voor de uitvoering van het project Recreatie en toerisme aanpak; en

      • 7°. € 370.000 voor de uitvoering van het project Versterken centrumgebieden Eemsdelta.

  • 2. De specifieke uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Groningen: € 15.524.342, waarvan:

      • 1°. € 4.000.000 voor aanvullende Maatwerkafspraken; en

      • 2°. € 11.524.342 voor de tegemoetkomingen Blok B;

    • b. de gemeente het Hogeland: € 4.837.378 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B;

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 3.943.073 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B;

    • d. de gemeente Eemsdelta: € 40.089.273, waarvan:

      • 1°. € 2.000.000 voor Sloop/Nieuwbouw;

      • 2°. € 38.089.273 voor de tegemoetkomingen Blok B; en

    • e. de gemeente Oldambt: € 4.390.226 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B.

  • 3. De specifieke uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, bedraagt voor:

    • a. de provincie Groningen: € 4.020.540, waarvan:

      • 1°. € 550.000 voor de kosten van het Programmabureau;

      • 2°. € 20.000 voor de kosten van de Sociale Pijler;

      • 3°. € 50.000 voor de kosten van de Veiligheidsregio;

      • 4°. € 310.000 voor de kosten van de Agrarische Tafel;

      • 5°. € 700.000 voor de organisatiekosten;

      • 6°. € 150.000 voor de kosten voor de uitwerking van bestuurlijke afspraken;

      • 7°. € 80.000 voor de kosten voor de uitbreiding opdracht aan Lysias;

      • 8°. € 277.540 voor de extra gemaakte kosten in het kader van de versterkingsopgave voor de provincie Groningen;

      • 9°. € 100.000 voor het Ondersteunend Bureau Gaswinning; en

      • 10°. € 1.783.000 ten behoeve van de maatschappelijke organisaties;

    • b. de gemeente Groningen: € 3.230.000 ten behoeve van de organisatiekosten;

    • c. de gemeente het Hogeland: € 1.970.000 ten behoeve van de organisatiekosten;

    • d. de gemeente Midden-Groningen: € 2.350.000 ten behoeve van de organisatiekosten;

    • e. de gemeente Eemsdelta: € 9.281.000, waarvan:

      • 1°. € 8.770.000 ten behoeve van de organisatiekosten;

      • 2°. € 511.000 ten behoeve van de Onafhankelijk Raadsman; en

    • f. de gemeente Oldambt: € 710.000 ten behoeve van de organisatiekosten.

  • 4. De specifieke uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 1.063.132;

    • b. de gemeente Oldambt: € 121.760;

    • c. de gemeente het Hogeland: € 204.150;

    • d. de gemeente Midden-Groningen: € 244.972; en

    • e. de gemeente Groningen: € 365.987.

Tranche 2022:

  • 1. De specifieke uitkering, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt voor:

    • a. de provincie Groningen: € 13.612.906, waarvan:

      • 1°. € 4.947.539 voor de uitvoering van projecten uit het programma Toukomst, waarvan:

        • € 28.439 voor de uitvoering van het project Stee(vast) in de regio;

        • € 25.000 voor de uitvoering van het project Pioniers in de provincie;

        • € 50.000 voor de uitvoering van het project Op weg naar een kruidenrijke Toukomst voor weidevogels;

        • € 41.300 voor de uitvoering van het project Waterstofbanen in de maakindustrie;

        • € 39.500 voor de uitvoering van het project Oost van Groningen;

        • € 2.000.000 voor de uitvoering van het project Gronings Vuur;

        • € 1.500.000 voor de uitvoering van het project Kansen voor kinderen in Groningen;

        • € 300.000 voor de uitvoering van het project Makeport Mercurius;

        • € 50.000 voor de uitvoering van het project Energiehub050 met Experience Zone;

        • € 200.000 voor de uitvoering van het project Route 2040;

        • € 413.000 voor de uitvoering van het project Groninger films;

        • € 39.500 voor de uitvoering van het project Groningen Werkt Circulair (voorbereidend project);

        • € 180.000 voor de uitvoering van het project Stille Goud;

        • € 39.500 voor de uitvoering van het project Kiekn & Doun; en

        • € 41.300 voor de uitvoering van het project Nieuwe Zaaiplaatsen;

        en

      • 2°. € 8.546.867 voor de uitvoering van projecten in de Provincie Groningen, waarvan:

        • € 1.900.244 voor de uitvoering van het project Tijd voor toekomst;

        • € 1.000.000 voor de uitvoering van het project ZESS Hub Groningen deel provincie Groningen;

        • € 600.000 voor de uitvoering van het project Regiomarketing Oost-Groningen;

        • € 3.800.000 voor de uitvoering van het project Groene waterstof op weg in Groningen;

        • € 325.000 voor de uitvoering van het project Impuls vrijetijdseconomie & Gebiedsontwikkeling;

        • € 906.623 voor de uitvoering van het project Verbetering mentale gezondheid in Groningen; en

        • € 15.000 voor de uitvoering van het project Sociale, mentale en gezondheidsondersteuning;

        en

      • 3°. € 118.500 voor de uitvoering van project Hackatons (eerste tranche) bij het Programmabureau;

    • b. de gemeente Oldambt: € 1.102.169 waarvan:

      • € 802.169 voor de uitvoering van het project Pilot IJslandspreventiemodel; en

      • € 300.000 voor de uitvoering van het project Regiomarketing Oost-Groningen (deel Oldambt);

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 7.500.000 voor de uitvoering van het project Dorps- en wijkplannen;

    • d. de gemeente Het Hogeland: € 3.940.837 waarvan:

      • € 2.904.272 voor de uitvoering van het project Nieuw Roakeldais; en

      • € 1.036.565 voor de uitvoering van het project Proces opstellen lokaal programma Het Hogeland;

    • e. de gemeente Groningen: € 3.404.840, waarvan:

      • € 1.654.840 voor de uitvoering van het project Tijd voor Toekomst (deel van gemeente Groningen);

      • € 1.250.000 voor de uitvoering van het project Uitvoeringsprogramma projecten versterken openbare ruimte en ruimtelijke structuur in Beijum; en

      • € 500.000 voor de uitvoering van het project ZESS Hub (deel van gemeente Groningen);

    • f. de gemeente Eemsdelta: € 3.744.917 waarvan:

      • € 606.200 voor de uitvoering van de Campusontwikkeling het Festival;

      • € 242.000 voor de uitvoering van het project de Stille Rijkdom van De Ploeg en de Amsterdamse School;

      • € 282.000 voor de uitvoering van het project JongGOUD;

      • € 1.473.967 voor de uitvoering van het project Ruimte voor bewonersinitiatieven; en

      • € 1.140.750 voor de uitvoering van het project Tijd voor Toekomst Eemsdelta college.

  • 2. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Groningen: € 5.388.872 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B;

    • b. de gemeente Het Hogeland: € 5.115.021 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B;

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 2.519.636 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B;

    • d. de gemeente Eemsdelta: € 33.170.922 waarvan:

      • 1°. € 13.740.000 voor Sloop/Nieuwbouw;

      • 2°. € 19.318.422 voor tegemoetkomingen; en

      • 3°. € 112.500 voor maatwerk;

    • e. de gemeente Oldambt: € 2.584.300 ten behoeve van de tegemoetkomingen Blok B.

  • 3. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 9.335.924 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • b. de gemeente Midden- Groningen: € 2.500.512 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • c. de gemeente Groningen: € 3.438.997 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • d. de gemeente Oldambt € 754.724 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • e. de gemeente Het Hogeland € 2.096.430 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet;

    • f. de Provincie Groningen: € 2.197.228 ten behoeve van de aardbevingsgerelateerde inzet.

  • 4. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 1.500.000 voor van de inpassingskosten uit blok D;

    • b. de gemeente Het Hogeland: € 2.500.000 voor de inpassingskosten uit blok D;

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 3.175.000 voor de inpassingskosten uit blok D;

    • d. de provincie Groningen: € 376.012 voor de inpassingskosten uit blok D;

    • e. de gemeente Groningen: € 5.391.249 voor de inpassingskosten uit blok D; en

    • f. de gemeente Oldambt: € 500.000 voor de inpassingskosten uit blok D.

  • 5. De specifieke uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, wordt verspreid over vier kalenderjaren (2021 – 2024) uitgekeerd en ziet voor 2022 op de volgende bedragen:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 1.063.132 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • b. de gemeente Midden-Groningen: € 244.972 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • c. de gemeente Groningen: € 365.987 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • d. de gemeente Oldambt: € 121.760 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • e. de gemeente Het Hogeland € 204.150 voor de sociaal economische ondersteuning (specials); en

    • f. de provincie Groningen: € 2.559.000 voor de ondersteuning van de maatschappelijke organisaties.

  • 6. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel f, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 81.400.000 voor de uitvoering van batch 1588;

    • b. de gemeente Midden-Groningen: € 20.000.000 voor de uitvoering van batch 1588; en

    • c. de gemeente Groningen: € 700.000 voor de uitvoering van batch 1588.

Tranche 2023, deel 1:

  • 1. De specifieke uitkering, als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt voor:

    • a. de provincie Groningen: € 11.753.409, waarvan:

      • 1°. € 100.000 voor de uitvoering van het project Revalidatie-expertise centrum uit het programma Toukomst;

      • 2°. € 4.195.680 voor de uitvoering van het project Thematisch, waarvan:

        • € 3.500.000 voor de uitvoering van het project WEC Waddenzee;

        • € 652.694 voor de uitvoering van het project Kansrijke Start – Provinciale aanpak; en

        • € 42.986 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

      • 3°. € 7.276.852 voor de uitvoering van project Landschapwerkplaats, waarvan:

        • € 6.875.748 voor de uitvoering van project Landschapwerkplaats; en

        • € 401.104 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

      • 4°. € 180.877 voor de uitvoering van gemaakte proceskosten, waarvan:

        • € 170.377 voor de uitvoering van gemaakte proceskosten; en

        • € 10.500 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • b. de gemeente Oldambt: € 2.180.480, waarvan:

      • € 1.492.120 voor de uitvoering van het project Generatierijkdom;

      • € 642.232 voor de uitvoering van Proceskosten Oldambt; en

      • € 46.128 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 2.850.093, waarvan:

      • € 2.729.028 voor de uitvoering van het project Verbeteren Veiligheid fase 2 Midden Groningen; en

      • € 121.065 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • d. de gemeente Het Hogeland: € 7.476.800, waarvan:

      • € 3.300.000 voor de uitvoering van het project Werelderfgoed Waddencentrum;

      • € 2.298.900 voor de uitvoering van het project Tocamaheerd;

      • € 1.726.800 voor de uitvoering van het project Tijd voor Toekomst (Hogeland); en

      • € 151.100 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • e. de gemeente Groningen: € 2.065.000, waarvan:

      • € 640.000 voor de uitvoering van het project Beijum in Bedrijf; en

      • € 1.425.000 voor de uitvoering van het project Broedplaats, talentontwikkelingen en opleidingen op maat;

    • f. de gemeente Eemsdelta: € 8.132.310, waarvan:

      • € 242.000 voor de uitvoering van het project Mijn Wijk Mijn Verhaal;

      • € 363.000 voor de uitvoering van het project Dorpshuis Zeerijp;

      • € 689.550 voor de uitvoering van het project Maatschappelijk programma Loppersum;

      • € 1.000.000 voor de uitvoering van het project Aanleg warmtenet Loppersum Noord;

      • € 976.000 voor de uitvoering van het project Kwaliteitsimpuls haventerreinen en vaarrecreatie;

      • € 1.010.000 voor de uitvoering van het project Veilig en leefbaar entrée Termunten;

      • € 1.461.457 voor de uitvoering van het project Sportcomplex Oldencate Spijk;

      • € 1.715.750 voor de uitvoering van het project Versterken centrumgebieden Eemsdelta; en

      • € 674.553 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds.

  • 2. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 2.397.000, waarvan:

      • € 497.000 voor maatwerk – aanvullende maatregelen; en

      • € 1.900.000 voor resultaatafspraken;

    • b. de gemeente Oldambt: € 1.500.000 voor maatwerk – aanvullende maatregelen; en

    • c. de gemeente Groningen: € 3.151.077 voor maatwerk – aanvullende maatregelen.

  • 3. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 1.000.000 voor de inpassingskosten uit blok D;

    • b. de gemeente Het Hogeland: € 10.665.500, waarvan:

      • € 8.850.000 voor de inpassingskosten uit blok D; en

      • € 1.816.500 voor de overdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 2.287.170, waarvan:

      • € 2.040.000 voor de inpassingskosten uit blok D; en

      • € 247.170 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • d. de gemeente Groningen: € 10.496.404, waarvan:

      • € 8.827.926 voor de inpassingskosten uit blok D; en

      • € 1.668.478 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds.

  • 4. De specifieke uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, wordt verspreid over vier kalenderjaren (2021–2024) uitgekeerd en ziet voor 2023 op de volgende bedragen:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 1.063.132 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • b. de gemeente Midden-Groningen: € 244.972 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • c. de gemeente Groningen: € 365.987 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • d. de gemeente Oldambt: € 121.760 voor de sociaal economische ondersteuning (specials);

    • e. de gemeente Het Hogeland € 204.150 voor de sociaal economische ondersteuning (specials); en

    • f. de provincie Groningen: € 2.584.000 voor de ondersteuning van de maatschappelijke organisaties.

Tranche 2023, deel 2:

  • 1. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel a, bedraagt voor:

    • a. de provincie Groningen: € 28.605.386, waarvan:

      • 1°. € 8.314.886 voor de uitvoering van programma Toukomst, waarvan:

        • € 4.307.000 voor de uitvoering van het project Kansen voor kinderen in armoede;

        • € 2.000.000 voor de uitvoering van het project De Landschapswerkplaats;

        • € 1.134.920 voor de uitvoering van het project Groningen werkt circulair;

        • € 355.000 voor de uitvoering van het project Epiq voorbereidend project 2;

        • € 181.500 voor de uitvoering van het project Elk dorp een eigen voedseltuin;

        • € 136.466 voor Uitvoering Toukomst programmabudget;

        • € 100.000 voor de uitvoering van het project Toukomstfilm;

        • € 25.000 voor de uitvoering van het project Nieuwe democratie; en

        • € 75.000 voor de overdracht aan het BTW-compensatiefonds;

      • 2°. € 9.562.500 voor de uitvoering van het project Programmabureau, waarvan:

        • € 9.000.000 voor de uitvoering van het project Programmabureau; en

        • € 562.500 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

      • 3°. € 4.500.000 voor de uitvoering van het project Impuls loket;

      • 4°. € 4.340.000 voor de uitvoering van het project Loket leefbaarheid;

      • 5°. € 600.000 voor de uitvoering van het project Aduarderdiep;

      • 6°. € 400.000 voor de uitvoering van het project Hackatons; waarvan:

        • € 368.000 voor de uitvoering van het project Hackatons; en

        • € 32.000 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

      • 7°. € 400.000 voor de uitvoering van het project Dudok aan het diep, waarvan:

        • € 363.000 voor de uitvoering van het project Dudok aan het diep; en

        • € 37.000 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

      • 8°. € 338.000 voor de gemaakte proceskosten, waarvan:

        • € 305.000 voor de gemaakte proceskosten; en

        • € 33.000 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

      • 9°. € 150.000 voor BTW tegenvallers Toukomst;

    • b. de gemeente Groningen: € 4.912.139, waarvan:

      • 1°. € 1.485.000 voor de uitvoering van het project Vernieuwen Openbare Ruimte Dorpshart + Nije Buurt Ten Post;

      • 2°. € 1.140.000 voor de uitvoering van het project Dorpshart Ten Post;

      • 3°. € 780.000 voor de uitvoering van het project Dorpsvernieuwing Woltersum;

      • 4°. € 675.000 voor de uitvoering van het project Vernieuwen Openbare Ruimte Hart van Ten Boer;

      • 5°. € 363.000 voor de uitvoering van het project Dudok aan het diep; en

      • 6°. € 469.139 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • c. de gemeente Midden-Groningen: € 18.632.666, waarvan:

      • 1°. € 12.132.443 voor de uitvoering van het project Tijd voor Toekomst Fase 2 (deel gemeente Midden-Groningen);

      • 2°. € 6.230.220 voor de uitvoering van het project Herstructurering Hoogezand-Noord; en

      • 3°. € 270.003 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • d. de gemeente Oldambt: € 2.689.000 voor de uitvoering van het project Koepelproject Graanrepubliek 2.0; en

    • e. de gemeente Westerkwartier: € 300.000 voor de uitvoering van het project Aduarderdiep.

  • 2. De specifieke uitkering bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel c, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Eemsdelta: € 11.522.575, waarvan:

      • 1°. € 8.642.575 voor extra uitgaven voor uitvoeringskosten en personeelskosten; en

      • 2°. € 2.880.000 voor overige uitgaven ten behoeve van activiteiten die zijn gericht op de uitvoering van de versterkingsopgave en activiteiten die daaraan ondersteunend zijn;

    • b. de gemeente Midden-Groningen: € 5.196.988, waarvan:

      • 1°. € 2.316.988 voor extra kosten voor extra uitgaven voor uitvoeringskosten en personeelskosten; en

      • 2°. € 2.880.000 voor overige uitgaven ten behoeve van activiteiten die zijn gericht op de uitvoering van de versterkingsopgave en activiteiten die daaraan ondersteunend zijn;

    • c. de gemeente Groningen: € 6.062.503, waarvan:

      • 1°. € 3.182.503 voor extra uitgaven voor uitvoeringskosten en personeelskosten; en

      • 2°. € 2.880.000 voor overige uitgaven ten behoeve van activiteiten die zijn gericht op de uitvoering van de versterkingsopgave en activiteiten die daaraan ondersteunend zijn;

    • d. de gemeente Oldambt: € 3.580.776, waarvan:

      • 1°. € 700.776 voor extra uitgaven voor uitvoeringskosten en personeelskosten; en

      • 2°. € 2.880.000 voor overige uitgaven ten behoeve van activiteiten die zijn gericht op de uitvoering van de versterkingsopgave en activiteiten die daaraan ondersteunend zijn;

    • e. de gemeente Het Hogeland: € 4.822.070, waarvan:

      • 1°. € 1.942.070 voor extra uitgaven voor uitvoeringskosten en personeelskosten; en

      • 2°. € 2.880.000 voor overige uitgaven ten behoeve van activiteiten die zijn gericht op de uitvoering van de versterkingsopgave en activiteiten die daaraan ondersteunend zijn;

    • f. de provincie Groningen: € 1.926.337, waarvan:

      • 1°. € 1.167.847 voor extra uitgaven voor uitvoeringskosten en personeelskosten; en

      • 2°. € 758.490 voor het Ondersteunend Bureau Gaswinning Groningen.

  • 3. De specifieke uitkering, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel d, bedraagt voor:

    • a. de gemeente Oldambt: € 500.000, waarvan:

      • 1°. € 440.000 voor de inpassingskosten uit blok D; en

      • 2°. € 60.000 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds;

    • b. de gemeente Midden-Groningen: € 3.811.000, waarvan:

      • 1°. € 3.355.000 voor de inpassingskosten uit blok D; en

      • 2°. € 456.000 voor de afdracht aan het BTW-compensatiefonds.

Naar boven