Besluit onderscheidingsteken trouwe en langdurige dienst brandweer

Geraadpleegd op 26-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 12-05-2024.
Geldend van 01-12-2021 t/m heden

Besluit van 28 oktober 2021, houdende instelling van het onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie en Veiligheid van 5 oktober 2021, nr. 3545656;

Overwegende dat het uitreiken van een onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst bijdraagt aan de waardering voor het functioneren van de brandweermedewerker;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • onderscheidingsteken: het Onderscheidingsteken voor trouwe en langdurige dienst brandweer, bedoeld in artikel 3;

  • brandweermedewerker: degene die beroepsmatig of vrijwillig werkzaam is bij:

  • bedrijfsbrandweer: de brandweer van een luchthaven of inrichting voor zover deze brandweer ingevolge een regeling met de overheid taken vervult ten behoeve van een van hierboven onder a en b en genoemde brandweren;

  • bevoegd gezag: in Europees Nederland: de voorzitter van de veiligheidsregio;

  • in Caribisch Nederland: de korpsbeheerder van het brandweerkorps Caribisch Nederland;

  • inrichting:

    • een inrichting als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit veiligheidsregio’s die door het bestuur van de veiligheidsregio is aangewezen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken;

    • een inrichting als bedoeld in het Besluit van 8 maart 2016, houdende regels inzake de informatieverschaffing bij en ten behoeve van rampenbestrijding en crisisbeheersing, inzake de bedrijfsbrandweerplicht van inrichtingen, alsmede inzake rampbestrijdingsplannen voor inrichtingen en luchtvaartterreinen in de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, die door het bestuurscollege is aangewezen om over een bedrijfsbrandweer te beschikken.

Artikel 4

  • 1 Degene die gedurende 12½, 20, 25, 30, 35, 40, 45 of 50 dienstjaren werkzaam is geweest als brandweermedewerker, ontvangt het onderscheidingsteken.

  • 2 Voor de vaststelling van het aantal dienstjaren tellen alle jaren mee gedurende welke degene als brandweermedewerker werkzaam is geweest. Gelijktijdige aanstellingen of betrekkingen bij meerdere organisaties tellen niet dubbel.

  • 3 De brandweermedewerker die gelijktijdig meerdere aanstellingen of betrekkingen heeft, ontvangt het onderscheidingsteken bij de organisatie waar het merendeel van de werkzaamheden als brandweermedewerker worden verricht.

Artikel 5

  • 1 Het onderscheidingsteken wordt, door het bevoegd gezag toegekend en door of namens het bevoegd gezag uitgereikt aan de brandweermedewerker.

  • 2 Bij het onderscheidingsteken wordt een oorkonde door het bevoegd gezag verstrekt. De oorkonde bevat ten minste het logo van de brandweer, het aantal dienstjaren, naam en functie van de brandweermedewerker, de datum van de uitreiking, het toekennende orgaan en wordt ondertekend door of namens het bevoegd gezag.

  • 3 De kosten voor het onderscheidingsteken komen ten laste van de organisatie waar de brandweermedewerker het merendeel van de werkzaamheden als brandweermedewerker verricht.

Artikel 6

  • 1 Voor medewerkers van een bedrijfsbrandweer verzoekt het hoofd van de inrichting waar de brandweermedewerker die in aanmerking komt voor een onderscheidingsteken werkzaam is, aan het bevoegd gezag van de brandweer ten behoeve waarvan de bedrijfsbrandweer taken vervult, het onderscheidingsteken toe te kennen.

  • 2 De leidinggevende van de brandweermedewerker van de bedrijfsbrandweer verstrekt aan het bevoegd gezag de naam van de brandweermedewerker en het aantal dienstjaren waarop het onderscheidingsteken betrekking heeft, en legt een verklaring over waaruit blijkt dat het een brandweermedewerker betreft.

  • 3 Het bevoegd gezag kan het hoofd binnen de inrichting verzoeken de uitreiking te verzorgen.

Artikel 7

  • 1 Het onderscheidingsteken bestaat uit een Maltezer kruis met een diameter van 45 mm, met in het hart een rond schild met een diameter van 15 mm. De achterzijde van het kruis is vlak. Het onderscheidingsteken hangt aan een lint.

  • 2 Het onderscheidingsteken is voor de verschillende dienstjaren verschillend vormgegeven:

    • a. voor 12½ jaar: een bronzen kruis waarvan de armen rood zijn geëmailleerd. Het schild is brons, met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 12½ jaar»;

    • b. voor 20 jaar: een bronzen kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen rood zijn geëmailleerd. Het schild is brons met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 20 jaar»;

    • c. voor 25 jaar: een verzilverd kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen donkerblauw zijn geëmailleerd. Het schild is verzilverd met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 25 jaar»;

    • d. voor 30 jaar: een verguld kruis waarvan de armen wit zijn geëmailleerd. Het hart van het kruis bevat een rond, verguld schild met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 30 jaar»;

    • e. voor 35 jaar: een verguld kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen wit zijn geëmailleerd. Het schild is verguld met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 35 jaar»;

    • f. voor 40 jaar: een verguld kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen wit zijn geëmailleerd en tussen de armen een vergulde lauwerkrans. Het schild is verguld met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 40 jaar»;

    • g. voor 45 jaar: een verguld kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen donkerblauw zijn geëmailleerd en tussen de armen een vergulde lauwerkrans. Het schild is verguld met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 45 jaar»;

    • h. voor 50 jaar: een verguld kruis, gedekt met een kroon, waarvan de armen brandweerrood zijn geëmailleerd en tussen de armen een vergulde lauwerkrans. Het schild is verguld met op de voorzijde de tekst «Brandweerdienst 50 jaar».

  • 3 Het lint is 37 mm breed, en is verdeeld in vijf banen. De banen uiterst links, uiterst rechts en in het midden zijn blauw, en respectievelijk 13, 13 en 4 mm breed. Aan weerszijden van de middelste baan is een baan, rood en 3½ mm breed.

  • 4 Het onderscheidingsteken wordt gedragen op borsthoogte op de linkerzijde.

Artikel 8

  • 1 Degene aan wie het onderscheidingsteken is toegekend, is gerechtigd tot het dragen van een baton op het uniform. De baton is voor de onderscheiden dienstjaren verschillend vormgegeven:

    • a. voor 12½ jaar: een lint, 27 mm lang en 11 mm breed, en verdeeld in vijf banen. De banen uiterst links, uiterst rechts en in het midden zijn blauw, en respectievelijk 10, 10 en 3 mm breed. Aan weerszijden van de middelste baan is een baan, rood en 2 mm breed;

    • b. voor 20 jaar: het lint met daarop een zespuntige bronzen ster van 8 mm;

    • c. voor 25 jaar: het lint met daarop een zespuntige verzilverde ster van 8 mm;

    • d. voor 30 jaar: het lint met daarop een zespuntige vergulde ster van 8 mm;

    • e. voor 35 jaar: het lint met daarop twee zespuntige vergulde sterren van 8 mm;

    • f. voor 40 jaar: het lint met daarop een vergulde kroon van 8 mm;

    • g. voor 45 jaar: het lint met daarop een rozet op een baret van zilvergalon van 8 mm;

    • h. voor 50 jaar: het lint met daarop een rozet op een baret van goudgalon van 8 mm.

  • 2 De miniatuur van het onderscheidingsteken bestaat uit een kleinere versie van het onderscheidingsteken en hangt aan een lint. De diameter van het onderscheidingsteken is 16 mm en van het schild 6 mm. Het lint is 16 mm breed en de vijf banen zijn respectievelijk 5, 2, 2, 2 en 5 mm breed.

Artikel 9

Onderscheidingen voor trouwe en langdurige dienst bij de brandweer die zijn verleend voorafgaand aan de inwerkingtreding van dit besluit, worden voor de toepassing van het Besluit draagvolgorde onderscheidingen gelijkgesteld aan het onderscheidingsteken.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad, waarin het wordt geplaatst.

Artikel 11

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit onderscheidingsteken trouwe en langdurige dienst brandweer.

Onze Minister Justitie en Veiligheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Kanselier der Nederlandse Orden.

’s-Gravenhage, 28 oktober 2021

Willem-Alexander

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de achttiende november 2021

De Minister van Justitie en Veiligheid,

F.B.J. Grapperhaus

Naar boven