Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 30-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 01-10-2022 t/m heden

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 3 september 2020, nr. IENW/BSK-2020/167346, houdende regels inzake de verstrekking van een specifieke uitkering in verband met de ontwikkeling van een landelijk dekkend netwerk van circulaire ambachtscentra (Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra 2020 – 2022)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • activiteitenplan: overzicht van de activiteiten waarvoor een specifieke uitkering wordt gevraagd en de daarmee nagestreefde doelstellingen, met de daarvoor benodigde personele en materiële middelen per activiteit, ingediend door een of meerdere gemeente(n);

  • circulair ambachtscentrum: netwerk van organisaties die, al dan niet op één centrale locatie, duurzaam samenwerken om structureel hoogwaardig product- en materiaalhergebruik te realiseren en die voor dat doel opleidings- en werkplekken inzetten;

  • cofinanciering: de getotaliseerde bijdrage van de medeoverheden en partnerorganisaties;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • kaderbesluit: Kaderbesluit subsidies I en M;

  • ontvanger: gemeenten;

  • project: activiteiten voor het opzetten van een circulair ambachtscentrum door of namens een of meerdere gemeente(n).

Artikel 2. Doelstelling

  • 1 Deze regeling heeft tot doel het stimuleren van levensduurverlenging of structureel hoogwaardig product- en materiaalhergebruik en duurzame activatie van mensen om de hoeveelheid afval, en daarmee de CO2-uitstoot, te reduceren, door de ontwikkeling van een landelijk dekkend netwerk van circulaire ambachtscentra te stimuleren.

  • 2 In een circulair ambachtscentrum worden ten minste de eerste vijf van de volgende elementen in samenhang met elkaar gebracht:

    • 1°. kringloopwinkel;

    • 2°. milieustraat;

    • 3°. sociaal-maatschappelijke instelling;

    • 4°. reparatiewerkplaats of repair café;

    • 5°. onderwijs;

    • 6°. werkplaats of makerplaats;

    • 7°. alternatief element met betrekking tot het realiseren van structureel hoogwaardig product- en materiaalhergebruik en het daarvoor inzetten van opleidings- en werkplekken.

  • 3 In een circulair ambachtscentrum is sprake van ten minste één plaats die voor publiek toegankelijk is en die in ieder geval de functie heeft van verkooppunt van tweedehands goederen.

Artikel 4. Kosten die in aanmerking komen voor specifieke uitkering

  • 1 De Minister kan een specifieke uitkering verlenen aan de ontvanger.

  • 2 Kosten die in aanmerking komen voor de verstrekking van een specifieke uitkering zijn voorbereidings- en uitvoeringskosten van het project.

Artikel 5. Kosten die niet in aanmerking komen voor specifieke uitkering

Op grond van deze regeling wordt geen specifieke uitkering verstrekt voor:

  • a. activiteiten waarvan redelijkerwijs aangenomen moet worden dan deze geen bijdrage leveren aan het doel, bedoeld in artikel 2;

  • b. activiteiten waarvoor reeds een specifieke uitkering of een andere financiële bijdrage door het Rijk is verstrekt;

  • c. grondaankopen;

  • d. huurkosten;

  • e. aankoop van gebouwen of meubilair;

  • f. btw, voor zover deze kosten in aanmerking komen voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-Compensatiefonds of verrekend kunnen worden. De BTW-componenten die ter compensatie afgedragen dienen te worden aan het BTW-compensatiefonds worden in mindering gebracht op de maximaal uit te keren uitkering.

Artikel 7. Hoogte van de uitkering

De uitkering bedraagt ten hoogste 50% van de kosten, bedoeld in artikel 4, tweede lid met een maximum van € 50.000,– per project.

Artikel 8. Aanvraag tot verlening

  • 1 Een specifieke uitkering wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2 Een aanvraag van een specifieke uitkering wordt ingediend in de periode van 1 oktober tot en met 31 oktober.

  • 3 De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a. een volledig ingevuld aanvraagformulier;

    • b. een activiteitenplan;

    • c. een samenwerkingsovereenkomst;

    • e. een sluitende begroting waarin inzicht wordt gegeven in de cofinanciering en BTW-plichtige activiteiten.

Artikel 9. Activiteitenplan

Het activiteitenplan bevat:

  • a. een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin de voorgestelde activiteiten een bijdrage leveren aan de doelen, bedoeld in artikel 2, en de beoogde resultaten;

  • b. een omschrijving van de werkwijze die leidt tot afvalvermindering en de toename van product- en materiaalhergebruik, en de manier waarop burgers of consumenten actief betrokken worden bij de uitvoering van het project;

  • c. een toelichting over de samenwerkingspartijen;

  • d. een tijdsplanning van de activiteiten.

Artikel 10. Rangschikking

  • 1 De minister verdeelt het beschikbare uitkeringsplafond in de volgorde van rangschikking.

  • 2 De minister beoordeelt de mate waarin een aanvraag een bijdrage levert aan de doelstelling van de specifieke uitkering conform de volgende criteria:

    • a. relevantie en impact van de aanvraag;

    • b. beschrijving plan en communicatie; en

    • c. commitment aanvrager en stakeholders.

  • 3 De criteria worden beoordeeld en gewogen conform bijlage 1 van deze regeling.

  • 4 Elk lid van de adviescommissie, bedoeld in artikel 11, beoordeelt de aanvragen afzonderlijk.

  • 5 De rangschikking van de aanvragen vindt plaats aan de hand van het gemiddelde van het aantal punten dat de leden van de adviescommissie aan de aanvraag hebben toegekend.

  • 6 Indien aan twee of meer projecten hetzelfde gemiddelde aantal punten is toegekend, wordt de rangschikking van die aanvragen onderling door middel van loting bepaald.

Artikel 11. Adviescommissie

  • 1 Er is een adviescommissie die belast is met adviseren van de minister over de aanvragen door middel van beoordeling en rangschikking, conform artikel 10.

  • 2 De adviescommissie bestaat uit vijf leden:

    • a. twee leden van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, waarvan één tevens de voorzitter is;

    • b. een lid van de Branchevereniging Kringloopbedrijven Nederland;

    • c. een lid van de Stichting Repair Café; en

    • d. een lid van de Koninklijke Vereniging voor Afval- en Reinigingsmanagement (NVRD).

  • 3 De minister besluit over de verstrekking van de specifieke uitkering op basis van het advies van de adviescommissie en wijkt hier slechts om zwaarwegende redenen van af.

Artikel 12. Voorschotverlening en betaling

Gelijktijdig met het besluit tot verlening van de uitkering verleent de minister een voorschot ten bedrage van 100% van de specifieke uitkering.

Artikel 13. Voorwaarden

  • 1 De specifieke uitkering wordt verstrekt op basis van cofinanciering.

  • 2 De ontvanger besteedt de specifieke uitkering uitsluitend aan de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt verleend.

  • 3 Indien eerder een specifieke uitkering is verstrekt, heeft de ontvanger over de besteding daarvan verantwoording afgelegd als bedoeld in artikel 15.

Artikel 14. Verplichtingen

  • 1 De activiteiten waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt zijn uiterlijk gerealiseerd op de datum die daarvoor is aangegeven in de verleningsbeschikking.

  • 2 De ontvanger verstrekt jaarlijks voor het einde van het kalenderjaar feitelijke informatie over het verloop van het project op basis van de vragen in bijlage 2 van deze regeling.

  • 3 De minister kan bij het besluit tot verlening van een specifieke uitkering andere verplichtingen opleggen die de minister noodzakelijk acht ter verwezenlijking van het doel van de specifieke uitkering en deze regeling.

  • 4 Na afronding van het project waarvoor een specifieke uitkering is verstrekt, stelt de ontvanger binnen 3 maanden de ervaringen en de resultaten ervan aan overige leden van het leernetwerk ter beschikking.

  • 5 De ontvanger verleent binnen een door de Minister te stellen termijn medewerking aan een door hem ingesteld evaluatieonderzoek dat ertoe strekt de effecten van deze regeling in beeld brengen.

Artikel 15. Verantwoording

De ontvanger legt verantwoording af over de besteding van de specifieke uitkering op de wijze bepaald in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet.

Artikel 16. Vaststelling

  • 1 De minister stelt de specifieke uitkering vast op het bedrag dat is bepaald in de verlening indien de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verleend geheel zijn verricht en daarnaast volledig is voldaan aan de voorwaarden bedoeld in artikel 13, en aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 14.

  • 2 De minister stelt de specifieke uitkering vast op een lager bedrag dan dat is bepaald in de verleningsbeschikking indien de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden conform de voorwaarden bedoeld in artikel 13, en de verplichtingen, bedoeld in artikel 14.

Artikel 17. Terugvordering

De minister kan onverschuldigde betaalde bedragen en voorschotten terugvorderen voor zover na de dag waarop de beschikking waarbij de specifieke uitkering is vastgesteld is bekendgemaakt, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 18. Evaluatieverslag

De Minister publiceert uiterlijk 1 juli 2025 een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de uitkering in de praktijk.

Artikel 19. Vervaldatum en overgangsrecht

Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025, met dien verstande dat de regeling zoals die luidde op het tijdstip waarop de specifieke uitkering is verstrekt, van toepassing blijft op die specifieke uitkeringen.

Artikel 20. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

S. van Veldhoven-van der Meer

Bijlage 1. behorend bij artikel 10, derde lid, van de Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra 2020 – 2022

Voor elk onderdeel kunnen maximaal 5 punten worden behaald:

Aantal punten

Omschrijving

1 punt – slecht

Dit onderdeel is niet goed beschreven en er zitten ernstige tekortkomingen in de aanvraag.

2 punten – redelijk

De aanvraag adresseert in grote lijnen het onderdeel, maar er zijn ernstige tekortkomingen.

3 punten – goed

De aanvraag adresseert het onderdeel goed, maar er is een aantal tekortkomingen.

4 punten – heel goed

De aanvraag adresseert het onderdeel heel goed, maar er zijn een paar kleine tekortkomingen.

5 punten – uitstekend

De aanvraag adresseert het onderdeel uitstekend. Als er tekortkomingen zijn, dan zijn die verwaarloosbaar.

Criteria en puntenverdeling projecten circulaire ambachtscentra

   

1. Relevantie en impact van de aanvraag

Punten

Weging

1a. Hoogwaardig hergebruik

Er wordt een goede omschrijving gegeven van de werkwijze die leidt tot afvalvermindering en de toename van product- en materiaalhergebruik.

5 punten

3

1b. Elementen

In het plan worden minimaal de in artikel 2, tweede lid, onder 1° tot en met 5° genoemde elementen betrokken. Ook wordt hier benoemd op welke wijze en in hoeverre zij al betrokken zijn.

Punten 5 (per betrokken element als bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder 1° tot en met 5°)

1

Maximum:

40 punten

2. Gemeentelijke opschaling

   

Het plan bevat een beschrijving hoe bestaande en nieuwe kennis gedeeld wordt met andere gemeenten of circulaire ambachtscentra.

5 punten

3

Maximum:

15 punten

3. Bestuurlijk commitment

   

Op welke wijze is de gemeente aangehaakt? Is er vanuit de gemeente reeds een visie opgesteld en is er bestuurlijk commitment voor het project?

5 punten

1

Maximum:

5 punten

4. Eerdere specifieke uitkeringen op grond van deze regeling

   

Een aanvraag van een gemeente die al eerder een uitkering op grond van deze regeling heeft ontvangen, krijgt een aftrek.

Minus 5 punten per eerder ontvangen uitkering.

1

     

Maximum totaalscore:

60 punten

Bijlage 2. behorend bij artikel 14, tweede lid, van de Regeling specifieke uitkering circulaire ambachtscentra 2020 – 2022

Terugblik projectactiviteiten

  • Samenwerking met partners

  • Bereikte doelen op het gebied van producthergebruik

  • Ervaringen op het gebied van leer- werkplekken

  • Absolute aanraders voor andere gemeenten

  • Belangrijkste leerpunten (wat zouden jullie met de kennis van nu anders hebben gedaan?)

Vooruitblik

  • Hoe geven jullie vervolg aan het project na de looptijd van 2 jaar?

Naar boven