Regeling specifieke uitkering Extern Advies Warmtetransitie

Geraadpleegd op 31-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 01-06-2020 t/m heden

Regeling van de Minister van Economische Zaken en Klimaat van 25 mei 2020, nr. WJZ/ 20057781, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een eenmalige specifieke uitkering voor het inwinnen van extern advies ten behoeve van de Transitievisie Warmte (Regeling specifieke uitkering Extern Advies Warmtetransitie)

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

Gelet op artikel 3, eerste lid, van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • Expertise Centrum Warmte: onderdeel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, dat als kenniscentrum gemeenten ondersteunt bij technische, economische en duurzaamheidsvraagstukken die zich voordoen bij de warmtetransitie van gebouwen;

  • Handreiking voor lokale analyse: handreiking voor het proces om de resultaten van de Startanalyse aan te passen aan de lokale situatie;

  • minister: Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • Startanalyse: analyse gemaakt door het Planbureau voor de Leefomgeving die voor iedere gemeente op buurtniveau een indicatie van de kosten geeft voor implementatie van aardgasvrije warmtestrategieën;

  • Transitievisie Warmte: gemeentelijk beleidsdocument gericht op het aardgasvrij maken van gebouwen door middel van een wijkgerichte aanpak.

Artikel 2. Activiteiten waarvoor een uitkering kan worden verstrekt

  • 1 De minister kan op aanvraag aan een gemeente een eenmalige specifieke uitkering verstrekken voor de kosten voor het inwinnen van extern advies ten behoeve van activiteiten in het kader van de totstandkoming en uitwerking van een Transitievisie Warmte.

  • 2 De activiteiten, bedoeld in het eerste lid, omvatten:

    • a. het interpreteren van de Startanalyse;

    • b. het verrijken van de Startanalyse, zoals omschreven in de Handreiking voor lokale analyse;

    • c. het vertalen van het beleid, dat is vastgelegd in een Transitievisie Warmte, naar een aanpak voor de uitvoering.

Artikel 3. Hoogte, plafond en verdeling

  • 1 Een specifieke uitkering bedraagt € 20.660 per gemeente.

  • 2 De minister kan per gemeente één specifieke uitkering verstrekken.

  • 3 De minister kan in totaal ten hoogste € 7.334.300 aan specifieke uitkeringen verstrekken, waarvan ten hoogste € 3.305.600 ten behoeve van het jaar 2020 en ten hoogste € 4.028.700 ten behoeve van het jaar 2021.

  • 4 De minister verdeelt het plafond, bedoeld in het derde lid, op volgorde van binnenkomst van de aanvragen.

Artikel 4. Aanvraag

  • 1 Een specifieke uitkering wordt op aanvraag verstrekt.

  • 2 Een aanvraag voor een specifieke uitkering kan worden ingediend tot en met 1 juni 2021.

  • 3 Een aanvraag bevat in ieder geval:

    • a. de naam van de gemeente;

    • b. de contactgegevens van de contactpersoon bij de gemeente;

    • c. de datum van de aanvraag;

    • d. een omschrijving van de activiteit of activiteiten, bedoeld in artikel 2, tweede lid, waarvoor extern advies ingewonnen moet worden;

    • e. de verwachte datum waarop het inwinnen van het externe advies is afgerond.

  • 4 Een aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe door de minister beschikbaar gesteld digitaal formulier dat is geplaatst op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 5. Weigeringsgronden

Een aanvraag voor een specifieke uitkering wordt geweigerd, indien:

  • a. de aanvraag geen betrekking heeft op het inwinnen van extern advies voor activiteiten als bedoeld in artikel 2, tweede lid;

  • b. het externe advies is ingewonnen vóór het indienen van de aanvraag;

  • c. op voorhand duidelijk is dat niet voldaan kan worden aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 8.

Artikel 6. Verlening

Binnen 13 weken na de aanvraag neemt de minister een besluit omtrent de verlening van de specifieke uitkering.

Artikel 7. Voorschot

  • 1 Gelijktijdig met de beschikking tot verlening van de specifieke uitkering verleent de minister ambtshalve een voorschot van 100% van het in artikel 3, eerste lid, bedoelde bedrag.

  • 2 Het voorschot wordt in één keer betaald.

Artikel 8. Verplichtingen

De gemeente die op grond van deze regeling een eenmalige specifieke uitkering ontvangt:

  • a. besteedt het verleende bedrag aan de aan derden verschuldigde kosten voor extern advies;

  • b. besteedt het verleende bedrag niet aan de verschuldigde omzetbelasting die voor het verlenen van het extern advies bij de gemeente in rekening wordt gebracht;

  • c. wint het extern advies in voor 1 januari 2022;

  • d. draagt er zorg voor dat over het ingewonnen extern advies een verslag wordt opgesteld en verstrekt dit verslag binnen vier weken na opstelling daarvan aan het Expertise Centrum Warmte;

  • e. werkt mee aan een door de minister ingestelde evaluatie ten behoeve van kennisopbouw en -deling door het Expertise Centrum Warmte.

Artikel 9. Verantwoording en ambtshalve vaststelling

  • 2 Nadat de minister de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a van de Financiële-verhoudingswet, van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ontvangen, stelt de minister binnen 22 weken na die ontvangst de uitkering ambtshalve vast.

Artikel 11. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering Extern Advies Warmtetransitie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 25 mei 2020

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,

E.D. Wiebes

Naar boven