Beleidsregel van de Minister van Veiligheid en Justitie van 8 juli 2014, nr. 436935
over het voeren van verweer in procedures bij een bestuursrechtelijk college waarin
verzocht wordt om vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke
termijn door de bestuursrechter
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Gelet op de artikelen 8:26, 8:42, 8:73 (oud), 8:108 en titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende dat degene die verzoekt om immateriële schadevergoeding voor overschrijding
van de redelijke termijn door de bestuursrechter er belang bij heeft dat er zo snel
mogelijk een beslissing volgt op dit verzoek;
Overwegende dat met toepassing van artikel 8:73 (oud) en titel 8.4 van de Algemene wet bestuursrecht uitsluitend de Staat (Minister van Veiligheid en Justitie) tot een immateriële schadevergoeding
kan worden veroordeeld wegens een aan de bestuursrechter te wijten overschrijding
van de redelijke termijn;
Overwegende dat de jurisprudentie over immateriële schadevergoeding voor overschrijding
van de redelijke termijn door de bestuursrechter vergaand is uitgekristalliseerd en
gestandaardiseerd;