Controlevoorschriften Anw

Geraadpleegd op 28-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 24-11-2023 t/m heden

Besluit van de Sociale verzekeringsbank van 13 november 2023 houdende controlevoorschriften als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet (Controlevoorschriften Anw)

De Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,

Gelet op artikel 36, eerste lid, van de Algemene nabestaandenwet;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a. de Anw: de Algemene nabestaandenwet;

  • b. SVB: de Sociale verzekeringsbank;

  • c. uitkering: een nabestaandenuitkering of wezenuitkering als bedoeld in Hoofdstuk 3, Afdeling I, van de Anw;

  • d. de uitkeringsgerechtigde: degene aan wie een uitkering is toegekend;

  • e. nabestaande: degene die een nabestaandenuitkering ontvangt dan wel voor een zodanige uitkering in aanmerking wenst te komen;

  • f. kind: het kind van de nabestaande in de zin van artikel 5 Anw, voorzover dit kind ongehuwd is, jonger is dan 18 jaar en niet tot het huishouden van een ander dan de nabestaande behoort;

  • g. wees: degene aan wie een wezenuitkering is toegekend, die een zodanige uitkering heeft aangevraagd dan wel voor wie een zodanige uitkering is aangevraagd.

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing op:

  • a. de nabestaande;

  • b. de wees;

  • c. de wettelijke vertegenwoordiger van de nabestaande of de wees;

  • d. de instelling waaraan ingevolge artikel 49 of artikel 57 Anw de uitkering wordt uitbetaald.

Hoofdstuk 2. Algemene verplichtingen

Artikel 3

  • 1 De in artikel 2 bedoelde persoon of instelling stelt de SVB tijdig in kennis van een wijziging in het adres van de uitkeringsgerechtigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger.

  • 2 De kennisgeving bedoeld in het eerste lid kan bij een verhuizing in Nederland achterwege blijven, indien de wijziging in het adres aan de gemeente is gemeld binnen de in de Wet basisregistratie personen gestelde termijn.

Artikel 4

Op verzoek van de SVB verstrekt de in artikel 2 bedoelde persoon of instelling binnen de door de SVB gestelde termijn en met gebruikmaking van de door de SVB ter beschikking gestelde formulieren informatie en bewijsstukken welke van belang kunnen zijn voor het recht op of de hoogte van de uitkering, het geldend maken van het recht op uitkering of de uitbetaling van de uitkering.

Artikel 5

  • 1 Op verzoek van de SVB geeft de in artikel 2 bedoelde persoon of instelling op een door de SVB vastgesteld tijdstip aan de SVB boeken, documenten en andere informatiedragers ter inzage en stelt deze, voor het maken van een kopie, ter beschikking.

  • 2 Op verzoek van de SVB verstrekt de in artikel 2 bedoelde persoon of instelling aan de SVB terstond een geldig identificatiebewijs, zoals bedoeld in de Wet op de Identificatieplicht, ter inzage.

  • 3 Woont de uitkeringsgerechtigde of het kind in het buitenland, dan legt de in artikel 2 bedoelde persoon of instelling op verzoek van de SVB op door de SVB vast te stellen tijdstippen een door een bevoegde autoriteit gewaarmerkt officieel levensbewijs (attestatie de vita) over.

Artikel 6

De in artikel 2 bedoelde persoon verschijnt na een oproep van de SVB, op een door de SVB te bepalen kantoor en verstrekt de gevraagde gegevens.

Artikel 7

De in artikel 2 bedoelde persoon of instelling maakt controle mogelijk door personen die daarmee door de SVB zijn belast.

Hoofdstuk 3. Bijzondere verplichtingen bij aanspraak op nabestaandenuitkering

Artikel 8

Op verzoek van de SVB legt de in artikel 2 bedoelde persoon of instelling binnen de door de SVB gestelde termijn over:

  • 1. een naar waarheid en volledig ingevuld, ondertekend formulier inzake het inkomen van de nabestaande;

  • 2. bewijsstukken van dit inkomen;

  • 3. een naar waarheid en volledig ingevuld, ondertekend formulier inzake de leefsituatie van de nabestaande;

  • 4. indien het in artikel 14, eerste lid, onder a, Anw bedoelde kind geen eigen of aangehuwd kind van de nabestaande is en inkomen heeft: bewijsstukken van dit inkomen;

  • 5. indien het in artikel 14, eerste lid, onder a, Anw bedoelde kind geen eigen of aangehuwd kind van de nabestaande is en een derde in het onderhoud van dit kind bijdraagt: bewijsstukken van deze bijdrage;

  • 6. indien het in artikel 14, eerste lid, onder a, Anw geen eigen of aangehuwd kind van de nabestaande is en niet tot het huishouden van de nabestaande behoort: een opgave van de bijdrage van de nabestaande in het onderhoud van het kind en bewijsstukken van deze bijdrage.

Hoofdstuk 4. Bijzondere verplichtingen bij aanspraak op wezenuitkering

Artikel 9

Als de wees 16 jaar of ouder is en onderwijs volgt, zorgt de in artikel 2 bedoelde persoon ervoor dat, op verzoek van de SVB, een schoolverklaring door de onderwijsinstelling wordt ingevuld en ondertekend. Daarna doet deze persoon de verklaring binnen de door de SVB gestelde termijn aan de SVB toekomen.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Amstelveen, 13 november 2023

De voorzitter van de Raad van bestuur,

S.T. Sibma

Naar boven