Regeling uitvoeringskosten NPLG waterschappen

[Regeling vervalt per 01-01-2026.]
Geraadpleegd op 29-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 18-10-2023 t/m 17-04-2024

Regeling van de Minister voor Natuur en Stikstof van 12 oktober 2023, nr. WJZ/ 37903182, houdende regels voor de verstrekking van subsidie aan waterschappen voor de uitvoering van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (Regeling uitvoeringskosten NPLG waterschappen)

De Minister voor Natuur en Stikstof,

Gelet op de artikelen 2a, eerste lid, en 3 van de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies;

Besluit:

Artikel 1. begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • capaciteit: inzet van ambtelijk personeel of externe inhuur van personeel;

  • minister: Minister voor Natuur en Stikstof;

  • Nationaal Programma Landelijk Gebied: beleidsprogramma waarin gebiedsgerichte opgaven en maatregelen voor natuur, stikstof, landbouw, water, bodem en klimaat zijn opgenomen, zoals beschreven in de startnotitie van 10 juni 2022 (Kamerstukken II 2021/22, 34 682, nr. 96) en waaraan in de gebiedsprogramma’s van de provincies uitvoering wordt gegeven.

Artikel 2. subsidieverstrekking

De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een waterschap voor capaciteit voor uitvoeringsactiviteiten in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied uitgevoerd in het kalenderjaar 2023.

Artikel 3. hoogte van de subsidie

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De subsidie bedraagt ten hoogste € 300.000 per waterschap.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 11368, datum inwerkingtreding 18-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 18-10-2023.

De subsidie bedraagt 100% van de subsidiabele kosten, doch ten hoogste het in de beschikking vastgestelde bedrag.

Artikel 4. subsidiabele kosten

  • 1 Voor subsidie komen de kosten voor capaciteit in aanmerking, voor zover de kosten zijn gemaakt in het kalenderjaar 2023 en zien op:

    • a. het bij elkaar brengen en ontsluiten van inhoudelijke kennis voor de provinciale gebiedsprogramma’s onder het Nationaal Programma Landelijk Gebied;

    • b. het organiseren van samenwerking tussen de waterschappen en provincies in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied.

  • 2 De volgende kosten komen niet voor subsidie in aanmerking:

    • a. kosten die reeds uit anderen hoofde zijn of worden gesubsidieerd;

    • b. kosten die voortvloeien uit de reguliere taak van het waterschap.

Artikel 5. verdeling subsidieplafond

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Het subsidieplafond bedraagt € 6.300.000.

  • 2 Het bedrag van het subsidieplafond wordt gelijkelijk verdeeld over de aanvragers.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 11368, datum inwerkingtreding 18-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 18-10-2023.

1 Het subsidieplafond bedraagt € 11.555.967.

2 Het bedrag van het subsidieplafond wordt evenredig verdeeld over de aanvragers.

Artikel 6. aanvraag subsidieverlening

  • 1 Een aanvraag voor subsidie wordt uiterlijk 1 november 2023, 17:00 uur, ingediend met gebruikmaking van het door de minister beschikbaar gestelde model.

  • 2 Een aanvraag voor subsidie bevat ten minste:

    • a. gegevens over de aanvrager, waaronder het rekeningnummer;

    • b. gegevens over de contactpersoon bij de aanvrager, waaronder de naam, het telefoonnummer en het e-mailadres; en

    • c. de beschrijving van de activiteiten en de opgave en een redelijke onderbouwing van de omvang van de kosten waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

Artikel 7. verplichtingen

De subsidieontvanger wendt de subsidie zodanig aan dat geen sprake is van ongeoorloofde verlening van staatssteun.

Artikel 8. voorschot

De minister verleent de subsidieontvanger in de beschikking tot subsidieverlening een voorschot van 100% van het subsidiebedrag.

Artikel 9. aanvraag subsidievaststelling

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Een aanvraag om subsidievaststelling wordt uiterlijk 15 juli 2024 ingediend, met gebruikmaking van het door de minister beschikbaar gestelde model.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 11368, datum inwerkingtreding 18-04-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 18-10-2023.

1 Een aanvraag om subsidievaststelling wordt uiterlijk 15 juli 2025 ingediend, met gebruikmaking van het door de minister beschikbaar gestelde model.

Artikel 10. subsidievaststelling

De minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling uiterlijk 22 weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen van die aanvraag geldende termijn is verstreken.

Artikel 11. inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2026, met dien verstande dat deze van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn aangevraagd, verleend of vastgesteld.

Artikel 12. citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoeringskosten NPLG waterschappen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 oktober 2023

De Minister voor Natuur en Stikstof,

C. van der Wal-Zeggelink

Naar boven