Subsidieregeling matching Horizon Europe

[Regeling vervalt per 31-12-2029.]
Geraadpleegd op 01-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 01-01-2024 t/m 02-01-2024

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 april 2023, nr. OWB/38032344 houdende regels voor het verstrekken van subsidie ten behoeve van het bevorderen van wetenschap en innovatie door middel van het stimuleren en faciliteren van deelname aan het Europese kaderprogramma voor onderzoek en innovatie Horizon Europe (Subsidieregeling matching Horizon Europe)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en Klimaat;

Gelet op de artikelen 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies en de artikelen 1.3 en 2.1 van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 In deze regeling wordt verstaan onder:

    • eCORDA: databank van de Europese Commissie met data over voorstellen, evaluatie en subsidieovereenkomsten van de Europese kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie;

    • Horizon Europe: het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie voor de periode 2021 tot en met 2027, bedoeld in de Verordening (EU) 2021/695, voor zover het betreft de uitvoering van het specifieke programma dat is vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/764, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onder a, van deze verordening;

    • minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

    • subsidieovereenkomst: subsidieovereenkomst als bedoeld in artikel 33, tweede lid, van Verordening (EU) 2021/695, met uitzondering van subsidieovereenkomsten voor de gezamenlijk gefinancierde Europese partnerschappen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder b, van deze verordening of de geïnstitutionaliseerde Europese partnerschappen, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onder c, van deze verordening die in het kader van Horizon Europe cofinanciering van de Staat hebben ontvangen;

    • Verordening (EU) 2021/695: Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa – het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PbEU 2021, L 170).

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 144, datum inwerkingtreding 03-01-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

2

  • i. regulier onderzoeksinstituut als bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel a, van de Subsidieregeling strategisch belangrijke onderzoeksprogramma’s (SBO);

Artikel 2. Reikwijdte

Deze regeling is mede van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 4. Te subsidiëren kennisinstellingen en hoogte subsidiebedrag

  • 1 Voor de kalenderjaren 2023 tot en met 2029 verstrekt de minister op aanvraag subsidie aan kennisinstellingen voor het verrichten van niet-economische activiteiten, ter compensatie van de benodigde eigen bijdrage van deze kennisinstellingen als gevolg van hun deelname aan Horizon Europe.

  • 2 Uitsluitend kennisinstellingen waarvan een subsidieovereenkomst is geregistreerd in de eCORDA komen in aanmerking voor subsidie. Per subsidieovereenkomst kan een kennisinstelling eenmalig een subsidie ontvangen.

  • 3 De hoogte van de subsidie bedraagt standaard acht procent van het in de subsidieovereenkomst genoemde subsidiebedrag dat de Europese Commissie aan een kennisinstelling verstrekt. Indien het subsidieplafond, bedoeld in artikel 5, in een kalenderjaar niet is bereikt, kan het percentage voor dat jaar naar boven worden bijgesteld tot een maximum van vijftien procent.

Artikel 5. Subsidieplafond

  • 1 Voor subsidieverstrekking op grond van deze regeling is voor de kalenderjaren 2023 tot en met 2029 jaarlijks een bedrag van ten hoogste € 72.000.000 beschikbaar.

  • 2 De minister kan het subsidieplafond jaarlijks ophogen. De minister maakt het ophogingsbesluit bekend in de Staatscourant.

Artikel 6. Wijze van verdeling beschikbare middelen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 Bij de subsidieverstrekking voor een bepaald kalenderjaar komen die kennisinstellingen voor subsidie in aanmerking waarvan een subsidieovereenkomst uiterlijk op de peildatum 1 september, voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor de subsidie wordt verstrekt, in de eCORDA is geregistreerd.

  • 2 De minister verdeelt het beschikbare bedrag over de kennisinstellingen in de volgorde van de verschijning van de registratie van de subsidieovereenkomsten in de eCORDA. Indien sprake is van subsidieovereenkomsten die gelijktijdig in de eCORDA zijn verschenen, bepaalt de minister de volgorde aan de hand van de data van ondertekening van de desbetreffende subsidieovereenkomsten.

  • 3 Indien aan een kennisinstelling voor een geregistreerde subsidieovereenkomst geen subsidie kan worden verstrekt, omdat daardoor het subsidieplafond, bedoeld in artikel 5, zou worden overschreden, komt deze kennisinstelling in een volgend kalenderjaar alsnog in aanmerking voor de subsidie. Het tweede lid is daarbij van toepassing.

  • 4 Het eerste en derde lid zijn niet van toepassing bij de subsidieverstrekking voor het kalenderjaar 2029. In afwijking van het eerste lid ligt de peildatum voor subsidieverstrekking in 2029 op 1 maart van datzelfde kalenderjaar.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2024, 144, datum inwerkingtreding 03-01-2024, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2024.

2 Een kennisinstelling die op een later tijdstip is toegevoegd aan een subsidieovereenkomst door middel van een wijziging van die overeenkomst en waarvan de registratie van deze toevoeging in eCORDA na de peildatum ligt, bedoeld in het eerste lid, komt in aanmerking voor subsidie, mits die kennisinstelling niet in de plaats komt van een kennisinstelling die voor dezelfde projecttaken van deze subsidieovereenkomst reeds subsidie op grond van deze regeling heeft ontvangen. De peildatum is 1 september van het kalenderjaar volgend op de datum van registratie.

3 De minister verdeelt het beschikbare bedrag over de kennisinstellingen in de volgorde van de verschijning van de registratie van de subsidieovereenkomsten in de eCORDA. Indien sprake is van subsidieovereenkomsten die gelijktijdig in de eCORDA zijn verschenen, bepaalt de minister de volgorde aan de hand van de data van ondertekening van de desbetreffende subsidieovereenkomsten.

4 Indien aan een kennisinstelling voor een geregistreerde subsidieovereenkomst geen subsidie kan worden verstrekt, omdat daardoor het subsidieplafond, bedoeld in artikel 5, zou worden overschreden, komt deze kennisinstelling in een volgend kalenderjaar alsnog in aanmerking voor de subsidie. Het tweede lid is daarbij van toepassing.

5 Het eerste, tweede en vierde lid zijn niet van toepassing bij de subsidieverstrekking voor het kalenderjaar 2029. In afwijking van het eerste lid ligt de peildatum voor subsidieverstrekking in 2029 op 1 maart van datzelfde kalenderjaar.

Artikel 7. Aanvraag subsidie

  • 1 Een kennisinstelling kan de eerste keer voor 15 juni 2023 subsidie aanvragen. In de periode 2024 tot en met 2029 kan zij jaarlijks voor 1 maart subsidie aanvragen. Aanvragen die worden ingediend na afloop van de genoemde termijnen worden afgewezen.

  • 2 De kennisinstelling, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel j, toont in de aanvraag aan dat zij:

    • a. een rechtspersoon is gelieerd aan een universiteit, hogeschool of academisch ziekenhuis als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdelen a en b;

    • b. van deze instelling financiële middelen ontvangt voor het doen van onderzoek; en

    • c. onderzoek verricht zonder winstoogmerk.

  • 3 De kennisinstelling, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel k, toont in de eerste aanvraag aan dat zij:

    • a. eigen rechtspersoonlijkheid bezit, niet zijnde de Staat;

    • b. structurele financiering van de rijksoverheid ontvangt voor het doen van wetenschappelijk onderzoek; en

    • c. door de Europese Commissie voor Horizon Europe is geregistreerd als ‘secondary or higher education establishment’ of als ‘research organisation’.

  • 4 De kennisinstelling maakt bij haar aanvraag gebruik van het aanvraagformulier dat is bekendgemaakt op de website www.rvo.nl.

Artikel 8. Vaststelling en besteding subsidie

  • 1 De minister stelt de subsidie, bedoeld in artikel 7, eerste lid, direct vast binnen 13 weken na de in dat lid genoemde data.

  • 2 Kennisinstellingen besteden de subsidie aan niet-economische activiteiten waarvoor zij al dan niet rechtstreeks bekostiging of subsidie ontvangen.

Artikel 9. Betaling

De minister betaalt het subsidiebedrag ineens binnen twee weken na de data van vaststelling, bedoeld in artikel 8, eerste lid.

Artikel 10. Verantwoording

  • 3 Een kennisinstelling toont op verzoek van de minister aan dat de subsidie is besteed aan haar bekostigde of gesubsidieerde taken dan wel, indien het een kennisinstelling als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel j, betreft, aan niet-economische activiteiten ten behoeve van de bekostigde of gesubsidieerde taken van een universiteit, hogeschool of academisch ziekenhuis.

Artikel 11. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2029, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidies die voor die datum zijn verstrekt.

Artikel 12. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling matching Horizon Europe.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H. Dijkgraaf

Naar boven