Regeling eenmalige specifieke uitkering woningbouw Waddengemeenten

Geraadpleegd op 30-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 09-12-2022 t/m heden

Regeling van de Minister voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting van 15 november 2022, houdende regels met betrekking tot het verstrekken van een eenmalige specifieke uitkering ten behoeve van het versnellen van woningbouw in de Waddengemeenten (Regeling eenmalige specifieke uitkering woningbouw Waddengemeenten)

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

Gelet op artikel 17, tweede lid, Financiële-verhoudingswet juncto artikel 4:23, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder

  • a. betaalbare woning:

    • 1°. sociale huurwoning: huurwoning met een aanvangshuurprijs onder de grens als bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag;

    • 2°. huurwoning voor middenhuur: huurwoning met een aanvangshuurprijs van ten minste het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag, en in 2020 ten hoogste € 1.000, of, indien er voor een geliberaliseerde woning voor middenhuur als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel j, van het Besluit ruimtelijke ordening in de gemeentelijke verordening ten hoogste een aanvangshuurprijs is bepaald die lager is dan € 1.000, ten hoogste dat bedrag. De in de vorige zin bedoelde bovengrens van € 1.000 wordt met ingang van elk kalenderjaar gewijzigd met het percentage waarmee het bedrag, bedoeld in artikel 13, eerste lid, onder a, van de Wet op de huurtoeslag wordt gewijzigd; of

    • 3°. betaalbare koopwoning: koopwoning met een koopprijs van ten hoogste de kostengrens voor woningen zonder energiebesparende voorzieningen, bedoeld in de voorwaarden en normen voor de onder auspiciën van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen ontwikkelde Nationale Hypotheek Garantie;

  • b. Minister: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening;

  • c. onrendabele top: gemiddeld bedrag per woning uit te geven aan:

    • sloopwerken, saneringskosten en bouwrijpmaakkosten;

    • onderzoeks- en milieukosten;

    • verwervingskosten;

    • aan de te realiseren woningen gekoppelde kosten met betrekking tot de inrichting van openbare ruimte en woonrijpmaakkosten;

    • gemeentelijke plankosten;

    • planschade; en

    • andere kosten gerelateerd aan de bouw van woningen.

  • d. uitkering: uitkering als bedoeld in artikel 2, eerste lid;

  • e. Waddengemeenten: gemeenten Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog.

Artikel 2. Specifieke uitkering

  • 1 De Minister verstrekt een specifieke uitkering aan de Waddengemeenten ten behoeve van het financieren van woningbouwprojecten met een onrendabele top.

  • 2 De Minister verstrekt aan de Waddengemeenten een eenmalige specifieke uitkering van € 5.000.000.

  • 3 De Waddengemeenten besteden en verdelen de uitkering naar eigen inzicht, mits de voorwaarden in artikel 3 in acht worden genomen. Hierover maken de Waddengemeenten bestuurlijke afspraken via het samenwerkingsverband Waddeneilanden.

  • 4 De specifieke uitkering wordt niet gebruikt voor BTW verschuldigd over kosten voor de uitvoering van projecten en werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, voor zover het bedrag van de BTW in aanmerking komt voor compensatie op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds.

Artikel 3. Verplichtingen

  • 1 De Waddengemeenten besteden de specifieke uitkering volledig uiterlijk op 31 december 2032.

  • 2 Indien de volledige besteding van de specifieke uitkering uiterlijk op de datum, genoemd in het eerste lid, niet mogelijk is, kan de Minister die termijn op schriftelijk en gemotiveerd verzoek van de ontvanger eenmaal met ten hoogste een jaar verlengen

  • 3 De Waddengemeenten zetten de specifieke uitkering in voor de versnelde netto toevoeging van ten minste 200 woningen.

  • 4 Minstens twee derde van de gerealiseerde woningen is een betaalbare woning.

  • 5 De bouw van de eerste woningen dient te starten uiterlijk binnen drie jaren na de datum van de uitkeringsbeschikking. De bouw van laatste woningen dient te starten voor 31 december 2031.

  • 6 De middelen dienen te worden besteed aan maatregelen die randvoorwaardelijk zijn voor de realisatie van de woningen, de onrendabele top.

  • 7 De Waddengemeenten voorzien zelf in een financiële bijdrage van ten minste 50% van de kosten van de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is verstrekt.

Artikel 4. Wijze van betaling

De Minister verleent een voorschot van 100% en betaalt de uitkering in één termijn uit.

Artikel 5. Informatievoorziening na toekenning

  • 1 De Waddengemeenten informeren de Minister op verzoek over de voortgang van de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering is toegekend.

  • 2 De Waddengemeenten informeren de Minister tijdig wanneer voorzien wordt dat aan de voorwaarden bedoeld in artikel 3 niet kan worden voldaan.

Artikel 6. Verantwoording en terugvordering

  • 2 Indien uit de verantwoordingsinformatie, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, blijkt dat de uitkering niet volledig is besteed aan de activiteiten genoemd in artikel 2, eerste lid, waarvoor deze is verstrekt, niet volledig onder de voorwaarden genoemd in artikel 2, vierde lid, en artikel 3 of anderszins onrechtmatig is besteed, kan de uitkering ter hoogte van het niet, niet juiste of onrechtmatig bestede deel door de Minister worden teruggevorderd. De Minister doet binnen een jaar na ontvangst van de eindverantwoordingsinformatie mededeling van de terugvordering aan de ontvanger van de specifieke uitkering.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening,

H.G. de Jonge

Naar boven