Regeling specifieke uitkering interbestuurlijk programma VTH

[Regeling vervalt per 31-12-2024.]
Geraadpleegd op 30-05-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-04-2023 en zichtdatum 14-05-2024.
Geldend van 15-09-2022 t/m 29-12-2023

Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat van 13 september 2022, nr. IENW/BSK-2022/206437, houdende regels voor het verstrekken van een eenmalige specifieke uitkering aan de omgevingsdiensten voor de uitvoering van het interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel (Regeling specifieke uitkering interbestuurlijk programma VTH)

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • fte: fulltime-equivalent, de rekeneenheid voor de omvang van een baan of voor de totale personeelssterkte, waarbij één fte gelijk staat aan een werkweek van 36 uur;

  • IBP: interbestuurlijk programma versterking VTH-stelsel;

  • minister: Minister van Infrastructuur en Waterstaat;

  • omgevingsdienst: omgevingsdienst als bedoeld in artikel 5.3, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • ODNL: de vereniging Omgevingsdienst NL;

  • pijler: thema van het IBP;

  • VTH: vergunningverlening, toezicht en handhaving.

Artikel 3. Doel van de regeling

Deze regeling heeft tot doel additionele capaciteit te realiseren bij omgevingsdiensten en financiële middelen ter beschikking te stellen aan omgevingsdiensten ter uitvoering van het IBP.

Artikel 4. Activiteiten die in aanmerking komen voor een specifieke uitkering

De minister kan op aanvraag aan een omgevingsdienst een specifieke uitkering verstrekken voor additionele capaciteit en financiële middelen voor de activiteiten, bedoeld in bijlage I, voor de periode 15 september 2022 tot en met 31 december 2023.

Artikel 5. Kosten die in aanmerking komen voor een specifieke uitkering

  • 1 Voor een specifieke uitkering komen in aanmerking:

    • a. kosten voor de gemaakte uren van de activiteiten in bijlage I met inbegrip van inhuur met een maximum van € 130 per uur met inbegrip van omzetbelasting en reiskosten; en

    • b. kleine materiële uitgaven ten behoeve van de activiteiten, met een maximum van 10% van de uitkering.

  • 2 Kosten als bedoeld in het eerste lid die zijn gemaakt in de periode 15 september 2022 tot en met 31 december 2023 komen voor vergoeding in aanmerking.

  • 3 In afwijking van het eerste lid, onder a, wordt geen uitkering verstrekt voor verschuldigde omzetbelasting, tenzij de ontvanger aantoonbaar de omzetbelasting niet kan verrekenen of hiervoor geen compensatie kan krijgen op grond van de Wet op het BTW-compensatiefonds.

Artikel 7. Wijze van verdelen

De minister verstrekt per omgevingsdienst ten hoogste één specifieke uitkering van ten hoogste het bedrag dat voor die omgevingsdienst is opgenomen in bijlage II.

Artikel 8. Aanvraag tot verlening

  • 1 Elke aanvrager dient één aanvraag in waarin alle gewenste activiteiten zijn opgenomen.

  • 2 Een aanvraag voor een specifieke uitkering voor een activiteit wordt ingediend bij de minister met gebruikmaking van een daartoe door de minister op Rijksoverheid.nl beschikbaar gesteld digitaal formulier.

  • 3 Een aanvraag voor een specifieke uitkering wordt ingediend in de periode van 15 september 2022 tot en met 14 oktober 2022.

  • 4 In de aanvraag worden opgenomen:

    • a. de gegevens van de contactpersoon bij de omgevingsdienst;

    • b. het bedrag van de aangevraagde specifieke uitkering;

    • c. een activiteitenplan dat een beschrijving bevat van:

      • 1°. de te verrichten activiteiten, bedoeld in bijlage I;

      • 2°. de wijze waarop deze activiteiten worden ingericht en uitgevoerd;

      • 3°. de bijdrage die daarmee wordt geleverd aan de doelen van het IBP;

      • 4°. het aantal geraamde uren dat per activiteit is geraamd; en

    • d. een gespecificeerde begroting die inzicht geeft in de uitgaven van de omgevingsdienst, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten en de periode waarvoor de specifieke uitkering wordt aangevraagd.

    • e. het bankrekeningnummer waarop het subsidiebedrag dient te worden gestort, inclusief een bewijs dat de bankrekening op naam van de aanvrager staat;

  • 5 De directeur van de omgevingsdienst verklaart met het doen van de aanvraag dat de aanvraag is afgestemd met het dagelijks bestuur van de omgevingsdienst.

  • 6 Ingeval van een onvolledige aanvraag wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken aan te vullen met de gegevens die op grond van dit artikel zijn vereist.

Artikel 9. Verlening

Een besluit tot verlening vermeldt in elk geval:

  • a. de activiteiten waarvoor de specifieke uitkering wordt verleend;

  • b. het bedrag van de specifieke uitkering;

  • c. de wijze waarop het bedrag van de specifieke uitkering is bepaald;

  • d. de termijnen waarin de voorschotten worden verstrekt; en

  • e. de periode, 15 september 2022 tot en met 31 december 2023, waarvoor de specifieke uitkering is verleend.

Artikel 10. Verplichtingen ontvanger

  • 1 De omgevingsdienst besteedt de specifieke uitkering uitsluitend aan de activiteiten opgenomen in het activiteitenplan, bedoeld in artikel 7, vierde lid, onder c, en in de periode tussen 15 september 2022 en 31 december 2023.

  • 2 Indien de omgevingsdienst activiteiten inhoudelijk wil wijzigen, dient het een gewijzigd activiteitenplan in bij de minister in de periode, bedoeld in het eerste lid.

  • 3 De omgevingsdienst rondt de activiteiten uiterlijk op 31 december 2023 af.

  • 4 De omgevingsdienst houdt een separate urenverantwoording en kosten per activiteit bij en bewaart deze gegevens gedurende tenminste 5 jaar.

Artikel 11. Bevoorschotting en betaling

  • 1 De minister verstrekt bij het besluit tot verlening, bedoeld in artikel 9, een voorschot van maximaal 100%.

  • 2 Het voorschot wordt uitgekeerd in twee termijnen:

    • 1/3 deel binnen 6 weken na de verlening;

    • 2/3 deel binnen 3 maanden na de verlening.

Artikel 12. Vaststelling

De minister stelt de specifieke uitkering vast uiterlijk op 31 december van het jaar waarop de laatste verantwoording volgens het principe, bedoeld in artikel 24, eerste lid, derde volzin, van het Kaderbesluit subsidies I en M, heeft plaatsgevonden.

Artikel 13. Evaluatie

De minister publiceert uiterlijk op 31 december 2025 een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de uitkering in de praktijk

Artikel 14. Inwerkingtreding en vervaldatum

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van 15 september 2022. Indien de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 14 september 2022, treedt de regeling in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst.

  • 2 Deze regeling vervalt met ingang van 31 december 2023, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op specifieke uitkeringen die voor die datum zijn verstrekt.

Artikel 15. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling specifieke uitkering interbestuurlijk programma VTH.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,

V.L.W.A. Heijnen

Bijlage I. Activiteiten die in aanmerking komen voor een specifieke uitkering, behorend bij artikel 4

De uitkering wordt gebruikt om aanvullende capaciteit te creëren bij een omgevingsdienst zodat activiteiten, opgenomen in onderstaande tabel, kunnen worden uitgevoerd.

Voor de onderstaande activiteiten kan de aanvullende capaciteit worden ingezet. Hiervoor geldt de gemaximeerde uurvergoeding, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder a. Per activiteit zijn de verplichte indicatoren voor de verantwoording opgenomen.

Het IBP kent zes pijlers waarin alle aanbevelingen van de commissie Van Aartsen zijn opgenomen met uitzondering van aanbeveling 4 over het basistakenpakket. De opvolging van deze aanbeveling is al buiten het IBP in gang gezet. In het programmaplan IBP zijn per pijler de programmadoelen uitgewerkt inclusief planning. De zes pijlers zijn:

  • 1. Robuuste omgevingsdiensten en financiering (aanbevelingen 1, 2, 5 en 10 van de commissie Van Aartsen)

  • 2. Bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhaving en vervolging (aanbeveling 3 van de commissie Van Aartsen)

  • 3. Informatievoorziening VTH (aanbeveling 6 van de commissie Van Aartsen, de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer, de aangenomen motie Hagen van 8 juli 20211 en de aangenomen motie Hagen/Sneller van 1 juni 20222)

  • 4. Kennisinfrastructuur en arbeidsmarkt (aanbeveling 6 van de commissie Van Aartsen met toevoeging van arbeidsmarkt voor gekwalificeerd personeel)

  • 5. Onafhankelijke uitvoering van toezicht en handhaving (aanbevelingen 7 en 8 van de commissie Van Aartsen)

  • 6. Monitoring kwaliteit milieutoezicht (aanbeveling 9 van de commissie Van Aartsen)

 

Activiteit

Pijler

Verplichte (SiSa) indicatoren

1

Deelname aan werk- en projectgroepen van het IBP.

Alle pijlers

Aantal bijgewoonde bijeenkomsten (data en pijler), verrichte activiteiten en aantal uren voorbereiding, deelname en (mogelijke) uitwerking. Bij meer dan 5 uur per bijeenkomst, omschrijving van werkzaamheden.

2

Aanleveren van data voor het IPB op verzoek van ODNL.

Alle pijlers

Uren per opgevraagd document door ODNL.

3

Scholing en opleiding van medewerkers voor verbetering van de kwaliteit van de uitvoering van de VTH-taken.

Alle pijlers

Omschrijving van scholing/opleiding, kosten en opleidings-/scholingsuren.

4

Activiteiten gericht op het krijgen van inzicht in de bestaande vormen van bekostiging van de omgevingsdienst en in de voor- en nadelen hiervan aan de hand van de uitgevraagde documenten door ODNL.

1

Uren per uitgevraagd document over de vorm van bekostiging door ODNL.

5

Activiteiten gericht op de implementatie van de Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingswet

2 en 5

Omschrijving van activiteiten, uren voor bijdrage aan Landelijke Handhavingsstrategie Omgevingswet en eventuele bestuurlijke vaststelling.

6

Voor de 6 Brzo-omgevingsdiensten: Activiteiten gericht op de uniforme indeling naar risico van zorgbedrijven (risico ranking) volgende uit de inspectiemethodiek Landelijke Benadering Risicobedrijven

2

Aantal bedrijven waarbij de risico ranking is bijgewerkt en daaraan bestede uren.

7

Activiteiten gericht op het openbaar maken van definitieve handhavingsbeschikkingen Wabo-inspecties (of soortgelijke inspecties onder Omgevingswet) van bedrijven.

2

Aantal openbaar gemaakte handhavingsbeschikkingen en daaraan bestede uren.

8

Activiteiten in afstemming met ODNL die verband houden met de door ODNL op te zetten en uit te voeren landelijke arbeidsmarktcampagne.

4

Beschrijving van verrichte activiteiten en resultaat in aantal geworven medewerkers.

9

Participeren in het onderzoek onder het IBP naar belangrijke (transitie)opgaven, zoals circulaire economie en energie, en hoe deze opgenomen kunnen worden in de regionale strategieën. De coördinatie hierop verloopt via de pijlerwerkgroep.

5

Beschrijving van activiteiten en daaraan bestede uren.

10

Participeren in het onderzoek onder het IBP gericht op het ontwikkelen van één risicoanalyse en uitvoerings- en handhavingsplan per omgevingsdienst.

5

Beschrijving van activiteiten en daaraan bestede uren.

11

Opstellen en uitvoeren van implementatieprogramma voor het werkgebied van de omgevingsdienst van de risicoanalyse en het uitvoerings- en handhavingsplan.

5

Omschrijving van activiteiten, uren besteed aan de risicoanalyse, het uitvoerings- en handhavingsplan en de (eventuele) bestuurlijke vaststelling.

12

Participeren in onderzoek naar mandaten. De coördinatie hierop verloopt via de pijlerwerkgroep.

5

Beschrijving van activiteiten en daaraan bestede uren.

13

Voorbereiden en uitvoeren van de (pilots van de) visitaties bij omgevingsdiensten en meewerken aan evaluatie van de pilots.

6

Beschrijving van activiteiten, daaraan bestede uren en de afgeronde verslagen van visitaties.

14

Meewerken aan de opstelling van een plan van aanpak voor het inrichten van een systeem van onderzoeken door ILT naar het functioneren van het VTH stelsel door het uitvoeren van thematische en signalerende onderzoeken.

6

Beschrijving van activiteiten en daaraan bestede uren.

Bijlage II. Verdeelsleutel omgevingsdiensten, behorend bij artikel 8

De omzetcijfers per omgevingsdienst waarmee het variabele bedrag van de uitkering wordt bepaald, zijn in afstemming met ODNL opgesteld.

 

Aandeel op basis van omzet

Variabele waarde

Vaste waarde

Maximale uitkering

Nederland

1

6.300.000

8.700.000

15.000.000

Omgevingsdienst Achterhoek

0,012962963

75.000

300.000

375.000

Omgevingsdienst Brabant Noord

0,046296296

300.000

300.000

600.000

Omgevingsdienst DCMR Milieudienst Rijnmond

0,092592593

450.000

300.000

750.000

Omgevingsdienst De Vallei

0,022222222

150.000

300.000

450.000

Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek

0,022222222

150.000

300.000

450.000

Omgevingsdienst Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO)

0,031481481

225.000

300.000

525.000

Omgevingsdienst Groningen

0,031481481

225.000

300.000

525.000

Omgevingsdienst Haaglanden

0,046296296

300.000

300.000

600.000

Omgevingsdienst IJmond

0,022222222

150.000

300.000

450.000

Omgevingsdienst IJsselland

0,022222222

150.000

300.000

450.000

Omgevingsdienst Midden- en West Brabant

0,074074074

375.000

300.000

675.000

Omgevingsdienst Midden-Holland

0,046296296

300.000

300.000

600.000

Omgevingsdienst Noord-Holland Noord

0,031481481

225.000

300.000

525.000

Omgevingsdienst Noord-Veluwe

0,012962963

75.000

300.000

375.000

Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied

0,074074074

375.000

300.000

675.000

Omgevingsdienst Regio Arnhem

0,031481481

225.000

300.000

525.000

Omgevingsdienst Regio Nijmegen

0,046296296

300.000

300.000

600.000

Omgevingsdienst Regio Utrecht

0,022222222

150.000

300.000

450.000

Omgevingsdienst Rivierenland

0,031481481

225.000

300.000

525.000

Omgevingsdienst RUD Drenthe

0,031481481

225.000

300.000

525.000

Omgevingsdienst RUD Limburg-Noord

0,031481481

225.000

300.000

525.000

Omgevingsdienst RUD Utrecht

0,022222222

150.000

300.000

450.000

Omgevingsdienst RUD Zeeland

0,012962963

75.000

300.000

375.000

Omgevingsdienst RUD Zuid-Limburg

0,022222222

150.000

300.000

450.000

Omgevingsdienst Twente

0,022222222

150.000

300.000

450.000

Omgevingsdienst Veluwe IJssel

0,012962963

75.000

300.000

375.000

Omgevingsdienst West-Holland

0,031481481

225.000

300.000

525.000

Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid

0,046296296

300.000

300.000

600.000

Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant

0,046296296

300.000

300.000

600.000

  1. Kamerstukken II 2020/2021, 28 089, nr. 191. ^ [1]
  2. Kamerstukken II 2021/2022, 22 343, nr. 329. ^ [2]
Naar boven