Bekostigingsbesluit eerste opvang ontheemden Oekraïne door veiligheidsregio’s

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024.]
Geraadpleegd op 03-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2023 en zichtdatum 21-05-2024.
Geldend van 22-12-2022 t/m 31-12-2023

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid van 24 juni 2022, nr. 4080939, houdende een incidentele bijdrage voor veiligheidsregio’s in verband met de bekostiging van acute opvang aan ontheemden uit Oekraïne vanwege de oorlogssituatie in Oekraïne (Bekostigingsbesluit eerste opvang ontheemden Oekraïne door veiligheidsregio’s)

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Gelet op artikel 8.3 van het Besluit veiligheidsregio’s;

Besluit:

Artikel 1. Begripsbepalingen

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

In dit besluit wordt verstaan onder:

Artikel 2. Verstrekking van een incidentele bijdrage

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 De staatssecretaris verstrekt aan een veiligheidsregio een incidentele bijdrage ter bekostiging van de werkelijk gemaakte kosten, bedoeld in artikel 5.

  • 2 De incidentele bijdrage wordt verstrekt voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022, voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023, en, indien de Voorjaarsnota, bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016, van het begrotingsjaar 2023 daarin voorziet, voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023.

  • 3 De incidentele bijdrage wordt op aanvraag verstrekt.

Artikel 3. Voorwaarden aanvraag

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 De in artikel 2 genoemde aanvraag bevat een raming van de totale kosten voor de periode waarop de aanvraag betrekking heeft.

  • 2 De raming wordt uitgesplitst naar kostencategorieën, waaronder in elk geval de kosten van regie, coördinatie van de spreiding van ontheemden, communicatie, zorgkosten en materiële uitgaven.

  • 3 De aanvraag voor de periode van 1 maart 2022 tot en met 31 december 2022 wordt ingediend uiterlijk 31 augustus 2022. De aanvraag voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 30 juni 2023 wordt ingediend uiterlijk 30 april 2023. De aanvraag voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 wordt ingediend na 1 juni 2023 en uiterlijk 31 augustus 2023.

Artikel 4. Verlening en bevoorschotting

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 De staatssecretaris besluit over de aanvraag binnen dertien weken na ontvangst ervan.

  • 2 De Staatssecretaris verleent aan de veiligheidsregio een voorschot van 100% van de door de veiligheidsregio geraamde kosten voor de periode waarop de aanvraag, bedoeld in artikel 3, derde lid, betrekking heeft en stelt dit bedrag zo spoedig mogelijk na toekenning van de aanvraag betaalbaar. De incidentele bijdrage voor de periode van 1 juli 2023 tot en met 31 december 2023 wordt door de Staatssecretaris uitsluitend verleend indien de Voorjaarsnota, bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Comptabiliteitswet 2016, van het begrotingsjaar 2023, in deze bekostiging voorziet.

  • 3 Indien het voorschot de werkelijke kosten niet dekt, zal het restantbedrag betaalbaar worden gesteld na overlegging van een accountantsverklaring.

Artikel 5. Voor vergoeding in aanmerking komende kosten

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 De incidentele bijdrage wordt alleen verstrekt ter bekostiging van de in een periode als bedoeld in artikel 2, tweede lid, gemaakte kosten, inclusief btw, door:

    • a. een veiligheidsregio en een gemeente ten behoeve van de crisisbeheersing, voor zover deze niet op een andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen;

    • b. een gemeentelijke gezondheidsdienst en een geneeskundige hulpverleningsorganisatie ten behoeve van zorg aan ontheemden in de eerste opvang en opvang, voor zover deze niet op een andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen.

  • 2 Een gemeente declareert de kosten, bedoeld in het eerste lid, onder a, bij de veiligheidsregio, die deze kosten vervolgens opvoert in de aanvraag.

  • 3 Een gemeentelijke gezondheidsdienst en de geneeskundige hulpverleningsorganisatie declareren de kosten, bedoeld in het eerste lid, onder b, bij de veiligheidsregio, die deze kosten vervolgens opvoert in de aanvraag.

  • 4 Er wordt geen incidentele bijlage verstrekt voor:

    • a. kosten voor activiteiten waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze geen bijdrage leveren aan de crisisbeheersing of zorg aan ontheemden in de eerste opvang of opvang;

    • b. kosten van jeugdgezondheidszorg;

    • c. kosten van activiteiten waarvoor op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 recht op aftrek van omzetbelasting bestaat, dan wel recht bestaat op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds.

Artikel 6. Verantwoording

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 De veiligheidsregio legt uiterlijk 15 juli van het jaar dat volgt op het jaar van besteding verantwoording af over de besteding van de incidentele bijdrage. Op de verantwoording aan de staatssecretaris zijn de artikelen 17a en 17b van de Financiële-verhoudingswet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 17a, derde lid, van die wet wordt gelezen de voorschriften, bedoeld in het tweede tot en met vijfde lid.

  • 2 De verantwoording wordt opgenomen in een bijlage bij de jaarrekening van de veiligheidsregio.

  • 3 De controle van de accountant vindt plaats met de materialiteit die geldt voor de controle van de jaarrekening; voor de meerkosten zijn geen aanvullende eisen voor getrouwheid en rechtmatigheid.

  • 5 Een gemeentelijke gezondheidsdienst en de geneeskundige hulpverleningsorganisatie declareren de kosten, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b, bij de veiligheidsregio, die deze kosten verantwoordt.

Artikel 7. Procedure tot vaststelling van de incidentele bijdrage

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 De Staatssecretaris stelt uiterlijk op 31 december van het jaar dat volgt op het jaar van besteding, de verlening van de incidentele bijdrage over dat bestedingsjaar vast.

  • 2 De staatssecretaris kan de incidentele bijdrage lager vaststellen:

    • a. voor zover er geen (volledige) of onjuiste verantwoordingsinformatie is verstrekt;

    • b. indien de verantwoordingsinformatie na de datum, bedoeld in artikel 6, eerste lid, is ontvangen;

    • c. voor zover de incidentele bijdrage niet rechtmatig is besteed;

    • d. voor zover de rechtmatigheid van de besteding volgens de controlerende accountant onzeker is.

  • 3 Indien de verantwoordingsinformatie te laat, niet of niet volledig wordt verstrekt, stelt de staatssecretaris de incidentele bijdrage op een lager bedrag vast als volledige terugvordering tot een onbillijkheid van overwegende aard zou leiden.

  • 4 De incidentele bijdrage wordt overeenkomstig de vaststelling betaald gesteld, onder verrekening van het voorschot.

Artikel 8. Terugvordering

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

  • 1 De incidentele bijdrage wordt teruggevorderd voor het deel dat blijkens de verantwoordingsinformatie niet is uitgegeven.

  • 2 De incidentele bijdrage kan worden teruggevorderd voor het deel dat blijkens de verantwoordingsinformatie niet rechtmatig is uitgegeven.

  • 3 Onverschuldigd betaalde bedragen en voorschotten kunnen worden teruggevorderd, voor zover na de dag waarop de beschikking waarbij de incidentele bijdrage wordt vastgesteld is bekendgemaakt, nog geen vijf jaren zijn verstreken.

Artikel 9. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2022.

Artikel 10. Citeertitel

[Regeling vervallen per 09-01-2024 met terugwerkende kracht tot en met 01-01-2024]

Dit besluit wordt aangehaald als: Bekostigingsbesluit eerste opvang ontheemden Oekraïne door veiligheidsregio’s.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 24 juni 2022

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

E. van der Burg

Naar boven