Beleidskader Penitentiair Programma, Overgangsrecht van het Gevangeniswezen

Geraadpleegd op 05-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-10-2022 en zichtdatum 16-05-2024.
Geldend van 07-07-2022 t/m heden

Beleidskader Penitentiair Programma, Overgangsrecht van het Gevangeniswezen

Inleiding

Door de Wet straffen en beschermen (wet senb) veranderen de regels voor verlof, het penitentiair programma (PP) en de voorwaardelijke invrijheidstelling (VI). Gelet op het in de wet opgenomen overgangsrecht is een aantal onderdelen van de wet senb niet direct van toepassing op alle gedetineerden.

Er komt een overgangsperiode met een maximale duur van 3 jaar. Het overgangsrecht PP geldt voor gedetineerden die op 1-12-2021 een strafrestant (met aftrek van v.i.) van maximaal 3 jaar hebben en een einddatum detentie vóór 01-12-2024 (art IV PBW1). De doelgroep bestaat uit:

  • Gedetineerden die uiterlijk voor 01-12-2021 onherroepelijk veroordeeld zijn en waarbij de detentie voor 01-12-2021 is aangevangen of

  • Gedetineerden waarbij de voorlopige hechtenis vóór 01-12-2021 is aangevangen of

  • Gedetineerden die op 01-12-2021 beschikken over een besluit tot deelname aan een PP.

  • Indien de (fictieve) ontslagdatum tijdens de detentie verandert waardoor de ontslagdatum niet langer vóór 01-12-2024 komt te liggen, kan een gedetineerde niet langer voor het overgangsrecht PP in aanmerking komen.

Voor de doelgroep, die onder het overgangsrecht valt geldt:

  • Het PP is maximaal 1/6e deel van de totale straflengte,

  • Met een duur van minimaal 4 weken en maximaal 12 maanden

  • Combineren met plaatsing in een BBA. De totale duur is maximaal 1/6e deel van de straf. Elke verdeling in maanden is toegestaan, als de periodes voor BBA en PP bij elkaar opgeteld niet langer duren 1/6e deel van de straf.

  • De gedetineerde mag bij een duur van 12 maanden bijvoorbeeld 3 maanden BBA en 9 maanden PP doen. Of andersom: 9 maanden BBA en 3 maanden PP.

Vanuit het D&R-plan wordt bepaald welke modaliteit (deelname aan het PP of de plaatsing op een BBA), het meest passend is voor het re-integratietraject van de gedetineerde.

De Sf beslist over deelname aan PP.

1. Criteria en voorwaarden PP overgangsrecht

De basis voor het bepalen van deelname aan het PP overgangsrecht is de penitentiaire beginselenwet (PBW) artikel 4 en de penitentiaire maatregel (PM) hoofdstuk 3.

De criteria en voorwaarden voor deelname aan PP zijn:

  • Gedetineerden die op 1-12-2021 een strafrestant (met aftrek van v.i.) van maximaal 3 jaar hebben en een einddatum detentie vóór 01-12-2024 (art IV PBW2). De doelgroep bestaat uit:

    • Gedetineerden die uiterlijk voor 01-12-2021 onherroepelijk veroordeeld zijn en waarbij de detentie voor 01-12-2021 is aangevangen of

    • Gedetineerden waarbij de voorlopige hechtenis vóór 01-12-2021 is aangevangen of

    • Gedetineerden die op 01-12-2021 beschikken over een besluit tot deelname aan een PP.

    • Indien de (fictieve) ontslagdatum tijdens de detentie verandert waardoor de ontslagdatum niet langer vóór 01-12-2024 komt te liggen, kan een gedetineerde niet langer voor het overgangsrecht PP in aanmerking komen.

  • Gedurende ten hoogste een zesde deel van de opgelegde vrijheidsstraf direct voorafgaand aan de datum van invrijheidstelling, mits

    • Het strafrestant bij aanvang PP tussen ten minste 4 weken en ten hoogste 12 maanden bedraagt, en

    • Geen omstandigheden die zich tegen deelname verzetten

  • Het PP moet passen in en bijdragen aan de gedrags- en re-integratiedoelen vanuit het D&R-plan ter voorbereiding op de terugkeer in de maatschappij.

    Hierbij moet minimaal aandacht zijn voor de re-integratiedoelen op de basisvoorwaarden werk en inkomen én huisvesting, de thuissituatie en het opbouwen van het sociaal netwerk. Uit het D&R-plan moet blijken dat de gedetineerde al tijdens de detentie heeft gewerkt aan deze re-integratie en/of gedragsdoelen en dat PP dus een logisch gevolg is van dit traject.

  • Afweging van gedrag, risico’s en slachtofferbelangen moeten tot een positief advies leiden en zijn afgewogen in relatie tot de toe te kennen vrijheden.

    Hiervoor zijn onderliggende kaders opgesteld:

    • Beleidskader gedrag gehele detentie: 80% gewenst gedrag, bij 60%-80% maatwerk afweging in samenhang met overige voorwaarden cq criteria.

    • Risicoscreener Geweld: de toetsing op het risico geweld is onderdeel van de totale toetsing op risico’s

    • Toetsingskader slachtofferbelangen

  • Adviezen:

    • Reclasseringsadvies als:

    • Een reclasseringsadvies is nodig indien er sprake is van een voorwaardelijke sanctie met reclasseringstoezicht aansluitend op detentie;

      Aanvullend kan een reclasseringsadvies worden opgevraagd als dit gewenst is naar aanleiding van gedrag, risico, slachtofferbelangen bij PP < 2 maanden. Bij een PP > 2 maanden is een reclasseringsadvies en EM-advies vereist

    • OM-advies als:

      • a. De zaak loopt in hoger beroep en bij de veroordeling in eerste aanleg nog geen Advies OM afgegeven is. DJI vraagt éénmalig of het OM nog Advies wenst uit te brengen.

      • b. Gedetineerde is onherroepelijk veroordeeld met een uitspraakdatum voor 1-1-2020 en heeft een executie-indicator. DJI vraagt slechts éénmalig of het OM nog Advies wenst uit te brengen.

      • c. Het OM heeft in het reeds afgegeven Advies OM aangegeven nader Advies te willen uitbrengen bij ontwikkelingen in de executiefase (zoals fasering/ verlof)

      • d. Het eerder afgegeven Advies OM vraagt om een toelichting/ nadere duiding (concrete vraagstelling aan het OM noodzakelijk, let op, het OM geeft geen richtinggevend Advies).

    • Advies politie als:

      Screening verblijfadres geen onderdeel is van het reclasseringsadvies Screening werkgever

  • Basisvoorwaarden

    Werk en Inkomen:

    • Minimaal 26 uur programma:

      Een PP omvat minimaal 26 uur per week aan activiteiten, die een bijdrage leveren aan de geslaagde terugkeer in de samenleving;

      • Het programma is maatwerk en sluit aan op gedrags- en re-integratiedoelen vanuit het D&R-plan ter voorbereiding op een duurzame terugkeer in de maatschappij bij voorkeur door betaald werk;

      • Getekend document Afspraken Ex-Made PP: Individuele programma afspraken tussen PP-deelnemer, DJI en organisatie worden schriftelijk vastgelegd in het document Afspraken Ex-Made PP;

      • Getekende overeenkomst organisatie: Overeenkomst waarin de organisatie akkoord gaat met afspraken en voorwaarden omtrent de plaatsing van een PP-deelnemer;

    • Binnen afzienbare tijd beschikken over inkomsten:

      De PP-deelnemer beschikt binnen afzienbare tijd over inkomen door arbeid en/of een uitkeringsinstantie, eigen vermogen of wordt in levensonderhoud voorzien door familie;

    • Bij een arbeid(stoeleidend) programma/traject geldt dat:

      • Bij In-Made aantoonbaar actief gewerkt aan de doelen op arbeid na detentie, zoals opgenomen in het D&R plan;

      • De leer-werkplek sluit aan bij de re-integratiedoelen op arbeid na detentie en is gescreend;

      • Uit het voortgangsdocument blijkt dat de werknemersvaardigheden minimaal voldoende zijn;

      • Bij een gevangenisstraf van meer dan drie jaar beschikken over een getuigschrift In-Made praktijkschool of een MBO praktijkverklaring, dan wel het maximaal haalbare. Als de gedetineerde reeds in het bezit is van de juiste diploma’s / certificaten of terug kan keren bij zijn ex-werkgever is dit niet van toepassing.

    Zorg:

    • Tijdens PP kan worden deelgenomen aan een ambulante zorgtraject (uitgesloten zijn klinische zorg en beschermd wonen). Een ambulant zorgtraject zoals geïndiceerd in het D&R-plan dient in de intramurale fase voorbereid, gepland en gestart te zijn zoals ambulante verslavingszorg of ambulante geestelijke gezondheidszorg;

    Schulden, indien van toepassing

    • Het meewerken aan een haalbare betalingsregeling3 bij boetes en/of schadevergoeding. De betalingsregeling is met het CJIB overeengekomen op basis van de te verwachte inkomsten.

    Onderdak

    • Aanvaardbaar verblijfadres: er heeft een screening plaatsgevonden op het verblijfadres (blijkend uit het reclasserings- en/of politie advies). Gedetineerde dient te zijn ingeschreven op het verblijfadres en er moet sprake zijn van re-integratiedoelen op de thuissitituatie en/of het zelfstandig kunnen wonen

    ID

    • In bezit van geldig wettelijke erkend identiteitsbewijs (paspoort, ID-kaart);

    Sociaal netwerk

    • Er moeten re-integratiedoelen zijn in het opbouwen danwel verstevigen van het sociaal netwerk. Tevens dient uit het persoonijke D&R-plan van de gedetineerde blijken dat hier tijdens de detentie al aan is gewerkt en PP een logische volgende stap is.

    Algemeen

    • Getekende deelnameverklaring;

      Voor deelname aan PP verklaart de gedetineerde kennis te hebben genomen van de voorwaarden en afspraken én verklaart zich eraan te houden gedurende het PP.

Contra-indicaties voor deelname aan PP:

  • Gedetineerden ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een tevens opgelegde maatregel van terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege nog moet aanvangen;

  • Gedetineerden die na de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf gevolg dienen te geven aan de op hen rustende vertrekplicht of die uitgeleverd zullen worden;

  • Gedetineerden die in een extra beveiligde inrichting verblijven.

Als er een verhoogd risico bestaat door een onbeheersbare verslavings-, agressieproblematiek en/of ernstige psychische aandoeningen hebben, kan/kunnen dat (een) contra-indicatie(s) voor deelname aan PP zijn.

2. Het Reclasseringsadvies in relatie tot PP4

  • Voor deelname aan een PP is een reclasseringsadvies vereist bij PP’s met een duur langer dan 2 maanden en/of als er sprake is van bijzondere van een voorwaardelijke sanctie met reclasseringstoezicht aansluitend op detentie. Er dient vanuit DJI een adviesaanvraag voor beoordeling van deelname aan een PP en rondom de geïndiceerde bijzondere voorwaarden bij PP te volgen. Bij de adviesaanvraag PP is ondermeer toegevoegd:

  • Detentiehistorie;

  • Onderdelen vanuit het D&R-plan en opgelegde sancties dienen bekend te zijn

  • Voorstel invulling programmatische uren op basis van re-integratie- en/of gedragsdoelen uit het D&R-plan;

  • Een eventueel overzicht van openstaande boetes;

  • Het beoogde verblijfadres

Het reclasseringsadvies is uiterlijk 21 dagen voor de beoogde PP-datum in bezit van de PI en gaat in op:

  • Het recidiverisico van de gedetineerde bij deelname aan PP;

  • De noodzakelijke voorwaarden;

  • De geschiktheid van het beoogde verblijfadres, mede op basis van het advies van politie, op:

    • technische aspecten (EM) en

    • sociale aspecten (huurachterstand, instemmingsverklaring hoofdbewoner, adres is stabiel gezien schulden);

  • De geschiktheid van de organisatie (die een substantieel gedeelte van programma uitvoert namens 3RO als erkende instantie) mede op basis van het advies van de politie;

  • Aansluitdatum EM, indien van toepassing;

  • Beoordeling of een betalingsregeling haalbaar is in relatie tot inkomen en overige schuldenproblematiek.

3. Besluit PP

Combinatie BBA en/of PP

Gedetineerden kunnen re-integratieverlof voor extramurale arbeid en daarmee een plaatsing in een BBA combineren met PP. Elke verdeling in maanden is toegestaan, als de periodes voor BBA en PP bij elkaar opgeteld maar niet langer duren dan maximaal een zesde deel van de straf met een maximale duur van 12 maanden en de minimale duur van 4 weken per modaliteit wordt gehandhaafd.

Als een gedetineerde in aanmerking komt voor re-integratieverlof voor extramurale arbeid (BBA) én een PP, beslist de Sf op basis van voordracht van de VD. Als de Sf negatief besluit, kan de Sf de gedetineerde adviseren alsnog een aanvraag te doen voor re-integratieverlof voor extramurale arbeid.

Om te beoordelen welk traject het best past bij de re-integratie van de gedetineerde, geldt voor PP, dat aanvullend op de BBA-randvoorwaarden, er sprake moet zijn van:

  • Een aanvaardbaar goedgekeurd verblijfadres;

  • Re integratiedoelen op het weer zelfstandig kunnen wonen, de thuissituatie en het opbouwen van het sociaal netwerk;

  • Een afweging op de risico’s en de slachtofferbelangen i.r.t. de extra toe te kennen vrijheden.

Toetsing voor deelname aan PP

Deelname aan een PP is geen recht, doch een gunst; iedere gedetineerde wordt individueel getoetst. De VD en het MDO toetst of aan alle criteria en voorwaarden voor deelname aan PP is voldaan. De VD adviseert aan de Sf of een gedetineerde in aanmerking kan komen voor deelname aan een PP. Let op: een verzoek van een gedetineerde moet altijd doorgezonden worden naar de Sf, ook als alle adviezen negatief zijn (art. 18 PBW, gedetineerde heeft het recht een verzoekschrift in te dienen, deelname aan PP wordt expliciet genoemd)

Beslissing PP

De Sf beslist over deelname aan PP en betrekt in ieder geval:

  • De aard, zwaarte en achtergronden van het gepleegde delict (denk hierbij ook aan belangen van slachtoffers en/of nabestaanden);

  • Het huidige detentieverloop, waaronder het gedrag van de gedetineerde, het nakomen van afspraken door de gedetineerde en diens gemotiveerdheid;

  • Het gevaar voor recidive;

  • De mate waarin de gedetineerde in staat zal zijn de met de grotere vrijheden gepaard gaande verantwoordelijkheid te kunnen dragen;

  • Een aanvaardbaar verblijfadres;

  • De geschiktheid van de gedetineerde voor een PP zoals het voldoen aan de basisvoorwaarden;

  • De mate van onzekerheid over de datum van invrijheidstelling;

De Sf beslist ook over het toepassen van elektronisch monitoring (EM) op basis van advies van de VD, het reclasseringsadvies én het deeladvies EM. EM kan opgelegd worden t.b.v. ondermeer monitoring van een gebiedsgebod of een gebiedsverbod.

De Sf kan bepalen dat geen EM wordt toegepast als:

  • De duur van het PP korter is dan negen weken,

  • EM afbreuk doet aan de resocialisatie van de deelnemer of

  • Bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.

4. Het Penitentiair Programma

Een PP bevat zowel punitieve elementen als elementen die bijdragen aan de resocialisatie c.q. het voorkomen van recidive. Tijdens de intramurale fase worden in het D&R-plan doelen opgenomen voor een (gefaseerde) terugkeer naar de samenleving. Een PP vloeit voort uit de doelen vanuit het D&R-plan en bestaat uit:

Het programma

  • Omvat per week ten minste 26 uur (meer mag, minder niet). Het is ten zeerste aan te bevelen om de uren te spreiden over 5 werkdagen. Het is niet toegestaan om met gemiddelden te werken (bijvoorbeeld enige weken meer werken dan 26 uur om daarna vrij te nemen),

  • Is een samenstel van activiteiten. De activiteiten zijn maatwerk en sluiten aan bij de re-integratiedoelen. De ultieme doelen zijn het voorzien in inkomen door werk en hebben van huisvesting. De activiteiten zijn gericht op:

    • Arbeidstoeleiding zoals werk, het verkrijgen van een vakdiploma en gewenning aan het arbeidsproces (hieronder ook te verstaan studie ter verkrijging van toekomstig werk);

    • Zelfredzaamheid: Stimuleren van de zelfredzaamheid zoals sociale vaardigheid, budgettering, woonbegeleiding, alfabetisering en vergroten van zelfdiscipline;

    • Ambulante zorg: Het bieden van ambulante zorg zoals verslavingszorg of geestelijke gezondheidszorg;

    • Of geven op andere wijze invulling aan de voorbereiding van de terugkeer in de maatschappij,

  • Wordt aangeboden door een erkende instantie5. Het erkende programma van DJI heet Ex-Made.

De voorwaarden

  • Om in aanmerking te komen voor PP en het blijven voldoen aan deze voorwaarden gedurende het PP,

  • Aan de inhoud van het programma gekoppelde vrijheidsgraden,

  • Van de wijze van sturing/begeleiding op het gedrag in de zin van toezicht en sancties,

  • Van de controle op het gebruik van gedragsbeïnvloedende middelen (alcohol en drugs) en

  • Van de te stellen (bijzondere) voorwaarden mede gericht op bescherming van slachtoffers

  • Van naleving van de bijzondere voorwaarden, bijvoorbeeld het nakomen van de betalingsregeling met het CJIB en met andere schuldeisers, indien van toepassing

Elektronische monitoring (EM)

  • PP > 2 maanden:

    Standaard EM door toepassing van een enkelband gedurende het 1e eenderde deel van de totale duur van het PP. Voor het einde van deze periode wordt bepaald of EM wordt verlengd/beëindigd. Bij verlenging EM wordt voor einde van het 2/3e deel van het PP opnieuw toepassing EM beoordeeld.

  • PP < 2 maanden:

    EM op basis van het gedrag, risico en slachtofferbelangen.

5. Verantwoordelijkheden tijdens PP

5.1. Verantwoordelijke instanties

  • Eindverantwoordelijke instantie (VD van de PI waar de PP-deelnemer staat ingeschreven):

    • De algemene verantwoordelijkheid voor de tenuitvoerlegging van een PP ligt bij de directeur van PI waar de PP-deelnemer is ingeschreven.

  • Uitvoeringsverantwoordelijke instantie (UVI = DJI of 3RO)

    • De door de Sf aangewezen PI6 of een uitvoeringseenheid van de 3RO, die toezicht houdt op en begeleiding biedt aan de PP-deelnemer.

    • De keuze van de Sf over wie het toezicht op het PP houdt (DJI of 3RO) zal het karakter van de afzonderlijke modules en het samenstel daarvan in het desbetreffende PP doorslaggevend zijn om zowel voor de PP-deelnemer als eventuele organisatie zo mogelijk steeds hetzelfde aanspreekpunt te borgen. De afspraken zijn:

      • PP < 2 maanden: UVI = DJI, bij uitzondering 3RO7

      • PP vanaf 2 maanden: UVI = 3RO of DJI

        DJI = UVI bij Ex-Made programma

        3RO = UVI bij reclasserings- en overige programma’s

  • Verantwoordelijk voor het toezicht op feitelijke begeleiding van de PP- deelnemer aan het programma én op de (bijzondere) voorwaarden tijdens het PP.

  • Erkende Instantie

    • Een instantie (van DJI8, uitvoeringseenheid van de 3RO of een derde-organisatie9), die door DJI erkend is voor het aanbieden van een erkend programma (een standaardprogramma of modules, die onderdeel uitmaken van een PP).

    • De mogelijkheid bestaat dat de erkende instantie PP-deelnemers bij een organisatie (zoals een werkgever) plaatst om uitvoering te geven aan de programmatische uren in het kader van PP.

    • De erkende programma’s van DJI zijn:

      • PP Ex-Made Basis: duur 4 weken – 2 maanden

      • PP Ex-Made: duur > 2 maanden – 12 maanden

  • De erkende instantie is verantwoordelijk voor de inhoud van het programma en het aanbieden van het programma, waarvoor de erkenning is afgegeven.

  • Verantwoordelijke instantie voor uitvoering EM

    • 3RO is verantwoordelijk voor het deeladvies, het organiseren van de aansluiting en het toezicht met betrekking tot EM.

De monitoring bestaat uit:

  • 1 De 3RO ontvangt meldingen van de regiekamer die wijzen op overtredingen van locatiegebod en/of -verbod.

  • 2 Bij elke melding c.q. overtreding – ongeacht van welke categorie – wordt vastgesteld of deze als verwijtbaar kan worden gekwalificeerd.

  • 3 De EM-specialist beschikt over een realtime waarschuwingssysteem en informeert bij overtredingen direct de sr casemanager of geconsigneerd directielid. Minimaal wekelijks (of zoveel vaker als vereist) dient de 3RO de rapportage van de provider te bekijken op naleving van de tijden door de PP-deelnemer en hierover de sr casemanager in te lichten. Het aanspreken van de PP-deelnemer op gedrag (type/ gradatie van overtredingen) vindt dus altijd later plaats dan het moment dat de overtreding vanuit de server van de provider geconstateerd wordt: maximaal een week later.

  • 4 Ingeval van afwijkingen en/of overtredingen dient de PP-deelnemer altijd te worden aangesproken.

    Bijlage 268757.png
    Illustratie: Verantwoordelijke instanties tijdens en onderdelen van een PP

5.2. Plaatsing bij een organisatie

De mogelijkheid bestaat dat de erkende instantie PP-deelnemers bij een organisatie (zoals een werkgever) plaatst om uitvoering te geven aan het programma in het kader van PP.

Door de erkende instantie dient altijd de organisatie bezocht te zijn. Duidelijk dient te zijn welke activiteiten de PP-deelnemer gaat verrichten en de momenten waarop die activiteiten plaatsvinden.

De organisatie is op de hoogte dat op de PP-deelnemer toezicht van toepassing is, dat er afstemming plaatsvindt over de voortgang en dat eenzijdig een einde gemaakt kan worden aan het PP. Indien door het beëindigen van het PP de activiteiten per ommegaande worden beëindigd, kan daarop door de organisatie geen schade verhaald worden bij DJI. De organisatie faciliteert het programma en kan pas na afstemming met DJI significantie wijzigingen aanbrengen. Dit wordt in een overeenkomst organisatie vastgelegd.

Als de PP-deelnemer deelneemt aan het Ex-Made programma dan is de sr casemanager verantwoordelijk voor:

  • Het toetsen van de betrouwbaarheid van de organisatie conform de checklist: toets organisatie;

  • Een screening door de politie;

  • Een getekende overeenkomst organisatie: De organisatie is op de hoogte dat op de PP-deelnemer toezicht van toepassing is, dat er afstemming plaatsvindt over de voortgang en dat eenzijdig een einde gemaakt kan worden aan het PP. Indien door het beëindigen van het PP de activiteiten per ommegaande worden beëindigd, kan daarop door de organisatie geen schade verhaald worden bij DJI. Dit wordt in een overeenkomst organisatie vastgelegd.

  • Een getekend document Afspraken Ex-Made PP: hierin worden de individuele afspraken van de deelnemer met de organisatie en DJI en de erkende instantie, indien van toepassing, in vastgelegd.

De organisatie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het programma en houdt toezicht op het dagelijkse verloop zoals overeengekomen in de overeenkomst organisatie. De organisatie beoordeelt in eerste instantie of de activiteiten naar behoren worden verricht en de voorwaarden naar behoren worden nageleefd. De organisatie kan ten aanzien van de wijze of het tijdstip waarop de activiteiten binnen het PP worden uitgevoerd, wijzigingen aanbrengen pas na afstemming met DJI. Deze wijzigingen worden vastgelegd in het document afspraken Ex-Made PP.

Let op:

  • Bij bemiddeling via een uitzendorganisatie is bovenstaande van toepassing op de werkgever waar de PP-deelnemer feitelijk de activiteiten verricht.

  • Het is níét toegestaan om te werken in eigen bedrijf of bij familie

  • Werken als ZZP is toegestaan onder voorwaarde dat er een overeenkomst organisatie gesloten is met de opdrachtgever.

6. D&R proces: toeleiding naar PP

Algemeen

PP is een maatwerkprogramma ter voorbereiding op terugkeer naar de maatschappij. Het kwalitatief vormgeven van het maatwerkprogramma vereist een gedegen én tijdige voorbereiding tijdens de intramurale fase.

Het is van belang dat tijdig in de intramurale fase gesignaleerd wordt of gedetineerden re-integratieverlof of PP in aanmerking kunnen komen en vanaf welke datum. Op zijn vroegst is deelname aan een PP al na 5 maanden detentie mogelijk. Voor deelname aan een PP is het randvoorwaardelijk dat voldaan wordt aan de voorwaarden van ondermeer het hebben van werk respectievelijk een programma voortvloeiend uit het D&R-plan. Dit vraagt om een tijdige voorbereiding.

Let op: plaatsing geschiedt pas op moment dat aan de voorwaarden is voldaan dus niet conform faseringsdatum!

6.1. D&R-proces

D&R-plan

Na het vaststellen van het persoonlijke traject van de gedetineerde tijdens het eerste MDO, wordt het D&R-plan vastgesteld. Vervolgens wordt het traject volgens de 6-wekelijkse cyclus gemonitord. Als blijkt dat PP een logisch gevolg is in het traject van de gedetineerde, hij heeft laten zien dat hij heeft gewerkt aan alle re-integratie- en/of gedragsdoelen én hij voldoet aan alle criteria zoals is vastgelegd in de checklist MDO/VC PP kan er een voorstel worden ingediend. Indien de gedetineerde ongeschikt wordt geacht voor deelname aan PP, betekent dit niet dat hij op een later moment niet alsnog geschikt kan worden bevonden.

Voorbereiden

Als blijkt dat de gedetineerde een potentiele PP-deelnemer is, neemt de casemanager contact op met de sr casemanager om het traject voor te bereiden. Dit verloopt via het aanmeldformulier, wat ook dient als checklist. Tijdens het voorbereiden gaat de gedetineerde aan de slag om aan de basisvoorwaarden voor deelname aan een PP te voldoen zoals het organiseren van een aanvaardbaar verblijfadres, het beschikken over een inkomen (bij voorkeur door werk) en een geldig identiteitsbewijs. De gedetineerde wordt bij het op orde brengen van de basisvoorwaarden begeleidt en ondersteunt door de casemanager en ten aanzien van de invulling van het programma door de sr casemanager indien nodig. De casemanager is tijdens de intramurale fase regievoerder op het D&R-plan. Hiermee wordt een “warme overdracht” en integraal traject geborgd.

Belangrijke aspecten ten behoeve van het voorbereiden zijn:

  • Aanvragen uitkering, indien van toepassing:

    In een zo vroeg mogelijk stadium de gedetineerde begeleiden bij het aanvragen van een uitkering (behandeling duurt gemiddeld 8 weken!). De gemeente heeft het recht om een tegenprestatie te vragen. Daarom dient in overleg met de gemeente de inhoud van een PP afgestemd te worden. Indien een gedetineerde, die aan PP gaat deelnemen, een uitkering ontvangt krachtens arbeidsongeschiktheid en het PP bestaat uit arbeid, moet vooraf toestemming gevraagd zijn aan de uitkerende instantie voor het verrichten van die arbeid.

  • Regionaal plaatsen

    Het is van belang dat de gedetineerde overgeplaatst wordt naar de PI (samenwerkingsverband) zo dicht mogelijk bij het toekomstige verblijfadres. De senior casemanager kan met behulp van het lokale netwerk (o.a. gemeente, werkgevers, 3RO en maatschappelijke instellingen) het PP beter voorbereiden dan wanneer de gedetineerde elders is geplaatst. Hiervoor dient een overplaatsingsverzoek te worden ingediend.

Besluiten

De SF besluit over deelname aan PP, indien nodig met (bijzondere) voorwaarden, op basis van de diverse adviezen en het voldoen aan de criteria.

Aansluiten

Als er sprake is van EM zorgen de 3RO en DV&O dat op startdatum PP de PP-deelnemer wordt aangesloten.

Toezicht (begeleiden en controleren)

Tijdens het PP is de sr casemanager of toezichthouder van de 3RO verantwoordelijk voor en regievoerder op het detentie en re-integratieproces van de PP-deelnemer. Het proces toezicht is het op maat begeleiden en controleren van de PP-deelnemer met als doel om het PP succesvol af te ronden. Hierbij is het van belang dat in ieder geval de basisvoorwaarden – in bezit van een geldig id-bewijs, huisvesting en inkomen, bij voorkeur door betaald werk – gerealiseerd zijn. Tijdens het PP is een samenwerking met de gemeente vereist.

Bijlage 268758.png

6.2. Afstemming

MDO

Tijdens het PP dient de PP-deelnemer conform de MDO-cyclus te worden besproken. Bespreekpunten zijn:

  • Voortgang op (re integratie) doelen en acties

  • Gedragsinterventies

  • Incidenten

  • Overdracht gemeente

De deelnemers zijn ondermeer:

  • (plv) hoofd D&R,

  • senior casemanagers en

  • ketenpartners (zoals 3RO10, gemeente), indien nodig.

6.3. Rapportages

D&R-plan

De sr casemanager rapporteert in het daarvoor bestemde DJI-rapportage systeem conform de geldende invulinstructie en MDO cyclus ondermeer over:

  • het traject van de PP-deelnemer

  • doelen en acties

  • de behaalde resultaten

Als 3RO de UVI is draagt de 3RO zorg voor tijdige input/rapportages op het D&R plan van de PP- deelnemer, incidenten, substantiële wijzigingen en advies EM.

Incidenten

Bij incidenten is een rapportage benodigd ten behoeve van het beoordelen van ernst van de overtreding en melding aan de VD van de PI. In de rapportage wordt vermeld:

  • Feitelijke beschrijving van de plaatsgevonden gebeurtenis(sen) zoals; Wie, Wat, Hoe, Waar, Wanneer, Aanleiding, Betrokkenen,

  • Welke actie is tot nu toe ondernomen?,

  • Advies met betrekking tot sanctie

Substantiële wijziging

Een substantiële wijziging betreft een wijziging ten opzichte van hetgeen is opgenomen in het selectiebesluit. Het verzoek bevat:

  • Omschrijving van de voorgestelde substantiële wijziging,

  • Doel van de wijziging, motivering

  • Datum ingang van de wijziging

Verzoek tot verlengen /beëindigen EM

Het verzoek beschrijft:

  • Motivatie tot verzoek verlengen / beëindigen van EM ook in relatie tot risico’s,

  • Vermelden van voorgedane incidenten

  • (Voorgestelde) Datum van beëindiging

Let op: Sf beslist op basis van advies over verlenging/beëindiging. Als de SF-er geen advies ontvangt, blijft EM gehandhaafd!

De sr casemanager ontvangt de rapportages/verzoeken en:

  • Beoordeelt voortgangsrapportage, rechtmatigheid van incident- en wijzigingsverzoeken/adviezen,

  • Bepreekt beslissing met UVI,

  • Bij substantiële wijzigingen legt advies voor aan Sf

  • Beoordeelt, indien van toepassing, of de voorgestelde sanctie rechtmatig en proportioneel is en/of legt voor aan de VD ter afhandeling

6.4. Regionaal overleg

DJI en 3RO werken nauw samen in de voorbereiding en uitvoering van het PP en ten behoeve van deze samenwerking is er een RPP-overleg. Aanleiding en doel van het overleg is de kwaliteit van het PP en het nakomen van de gemaakte procesafspraken, zoals:

  • Beleid ‘bestuurlijk akkoord’

  • Kwaliteit en tijdigheid adviesaanvragen

  • Aansluitproces

  • Kwaliteit en tijdigheid van rapportages

  • Kwaliteit van het toezicht op de feitelijke begeleiding conform kwaliteitseisen

  • Onderlinge samenwerking. Een verstevigde onderlinge samenwerking draagt bij aan de professionele uitvoering van het PP

  • Casuïstiek

Het overleg wordt per samenwerkingsverband georganiseerd onder regie van de portefeuillehoudend VD.

Deelnemers aan het RPP-overleg zijn:

  • DJI: portefeuillehoudend VD, hoofden D&R, staffunctionaris en Sf

  • 3RO: Unitmanagers 3RO

7. Sanctioneren tijdens PP

Soorten sancties:

Bij overtreding van de algemene of bijzondere voorwaarden of verzuim van deelname aan het programma kan de directeur, afhankelijk van de ernst van de gedraging, beslissen tot:

  • Het geven van een waarschuwing aan de deelnemer;

  • Wijziging of aanvulling van de bijzondere voorwaarden;

  • Het adviseren van de Sf om de deelname aan het PP te beëindigen;

  • Het direct insluiten van een PP-deelnemer op maatregel met een advies aan de Sf om deelname aan het PP te beëindigen, indien dit dringend noodzakelijk is.

Het Toetsingskader promoveren en degraderen is niet van toepassing op PP-deelnemers. Een PP-deelnemer is geen gedetineerde conform de PBW art.1 lid e: gedetineerde: een persoon ten aanzien van wie de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende maatregel in een inrichting plaatsvindt;

Desondanks wordt ook tijdens PP ontoelaatbaar, gewenst- én ongewenst gedrag gehanteerd om het gedrag te beoordelen. In de onderstaande tabel zijn dezelfde termen gebruikt als in het toetsingskader.

Ongewenst – en ontoelaatbaar gedrag tijdens PP zoals verzuim deelname aan programm), het verliezen van de baan of ziekte kan tot overplaatsing naar regulier regime leiden. Indien een gedetineerde zijn baan door overmacht kwijtraakt, dan heeft hij twee weken de tijd om een nieuwe werkgever te vinden. Lukt dit niet, dan wordt de gedetineerde overgeplaatst naar een regulier regime. Ziekte langer dan 2 weken kan ook tot overplaatsing leiden.

Als de gedetineerde door het verliezen van de baan door overmacht of door langdurige ziekte is overgeplaatst, dan kan na het vinden van werk of bij herstel een nieuwe aanvraag worden gedaan.

Oorzaak

Gevolg

Besluit

Ontoelaatbaar gedrag

Overplaatsen

SF

Ongewenst gedrag

Rapporteren aan de directeur

Afhankelijk van de ernst van de situatie, overplaatsen

SF

Baan kwijt

Ongewenst gedrag

Overplaatsen

SF

Baan kwijt

Overmacht

(langer dan 2 weken)

Overplaatsen

SF

Ziekte

(langer dan 2 weken)

Overplaatsen

SF

Ook is het voorstelbaar dat bij verlies van een aanvaardbaar verblijfadres (een tijdelijke) overplaatsing naar een BBA wenselijk is om detentieschade te beperken. Een overplaatsing kan alleen geschieden als aan de geldende voorwaarden is voldaan en door besluit van de Sf.

Overtredingen buiten kantoortijd en op weekend-/feestdagen

Overtredingen buiten kantoortijd en op weekend-/feestdagen dienen via het algemene nummer van de PI, waar de PP-deelnemer staat ingeschreven, gemeld te worden aan het geconsigneerd directielid.

EM-overtredingen:

Binnen een PP wordt EM altijd uitgevoerd door de 3RO. Bij de EM-overtredingen is een categorisering in overtredingen aangebracht:

  • ‘Lichte’ overtreding:

    geldt het professioneel oordeel van de 3RO medewerker in afstemming met de sr casemanager.

  • ‘Minder zware’ overtreding:

    wordt ter beoordeling voorgelegd aan de VD van de PI.

  • ‘Zware’ overtreding:

    wordt ter beoordeling voorgelegd aan de VD van de PI. In principe volgt beëindiging van het PP en terugplaatsing in de PI.

8. Vrijhedenbeleid

8.1. Vrij te besteden uren en verlof

In het kader van het vrijhedenbeleid wordt er een onderscheid gemaakt in:

  • Vrij te besteden uren

    • De algemene uitgangspunten voor de toegestane vrijheden tijdens PP zijn:

      • De PP-deelnemer verblijft – gedurende de gehele looptijd van het PP – ten minste de nachtelijke uren van 23.00 tot 06.00 uur op zijn/haar verblijfadres

      • Indien beschikbaarheid ten behoeve van werk in de nachtelijke uren of een gedeelte van de nacht vereist is, wordt dit afgestemd met de VD van de PI.

      • De vrij te besteden uren vallen buiten het verplichte programma (minimaal 26 uur per week) van het PP.

      • Het aantal vrij te besteden uren is afhankelijk van de doorlopen detentiefasering voorafgaand aan deelname PP. Er zijn 3 bloktijden:

        • 12 uren (door de week) en 4 uren (weekend),

        • Vervolgens 14 uren (door de week) en 8 uren (weekend) en

        • Tenslotte 17 uren (door de week) en 17 uren (weekend).

      • Als de PP-deelnemer op doordeweekse dagen geen dagbesteding heeft, heeft hij 2 uur vrij te besteden

        • In het geval bijzondere omstandigheden en/of het gedrag daartoe aanleiding geven kan het schema tussentijds (naar boven en naar beneden) worden bijgesteld. Het is voorstelbaar dat er in bepaalde specifieke situaties, mits goed onderbouwd en met akkoord van de VD van de PI, wordt afgeweken van de richtlijnen

        • De UVI kan naast deelname aan het verplichte programma eisen stellen aan de invulling van de vrij te besteden uren en neemt dit op in de deelnameverklaring

      • Tijdens de vrij te besteden uren vindt ook controle en toezicht plaats door de UVI.

  • Verlof

    • Is -in principe – niet toegestaan gedurende het PP11

    • Bij een bedrijfssluiting of sluiting van de school of stageplaats langer dan 3werkdagen dient een alternatief gezocht te worden voor de verplichte programmatische uren met een minimum van 26 uur per week. De erkende instantie is verantwoordelijk voor een alternatief en dient de UVI te informeren.

    • Bij (incidentele) bedrijfssluiting of sluiting van de school of stageplaats t/m 3 werkdagen worden de vrij te besteden uren afgestemd.

8.2. Niet erkende feestdagen

Aan de PP-deelnemer kunnen uren ter beschikking worden gesteld voor deelname aan activiteiten behorend bij niet erkende feest- en gedenkdagen, zoals jaarlijks vastgesteld in de ‘circulaire arbeidsvrije dagen gedetineerden. De circulaire spreekt van: afwijkende arbeidsvrije dagen op grond van religie.

De voorwaarden waarvoor de toekenning voor niet erkende feest-/gedenkdagen kan geschieden, zijn:

  • De deelname aan de niet erkende feest-/gedenkdag is controleerbaar.

  • De regeling betreft toekenning op maat, gericht op de individuele PP-deelnemer en is geen recht.

  • De wijze waarop de PP-deelnemer tot dan toe met afspraken en vrijheden is omgegaan, rechtvaardigt toekenning van extra uren.

, 28 juni 2022

De Minister voor Rechtsbescherming,

Namens deze,

M. Schippers

Divisie directeur Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring

  1. Artikel IV
    • 1. Artikel I, onderdeel B, van deze wet heeft geen gevolgen ten aanzien van beslissingen tot deelname aan een penitentiair programma die zijn genomen voor de inwerkingtreding van deze wet. Artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, blijft in deze gevallen van toepassing.

    • 2. Artikel I, onderdeel B, van deze wet is niet van toepassing op vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen waarvan de tenuitvoerlegging is aangevangen voor de inwerkingtreding van deze wet, indien de tenuitvoerlegging ten hoogste drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet nog gaande is. Artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, blijft in deze gevallen van toepassing.

    ^ [1]
  2. Artikel IV
    • 1. Artikel I, onderdeel B, van deze wet heeft geen gevolgen ten aanzien van beslissingen tot deelname aan een penitentiair programma die zijn genomen voor de inwerkingtreding van deze wet. Artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, blijft in deze gevallen van toepassing.

    • 2. Artikel I, onderdeel B, van deze wet is niet van toepassing op vrijheidsstraffen en vrijheidsbenemende maatregelen waarvan de tenuitvoerlegging is aangevangen voor de inwerkingtreding van deze wet, indien de tenuitvoerlegging ten hoogste drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet nog gaande is. Artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze wet, blijft in deze gevallen van toepassing.

    ^ [2]
  3. Hieronder valt ook Schadevergoeding slachtoffers, indien van toepassing ^ [3]
  4. PP meer dan 2 maanden: reclasseringsadvies vereistPP minder dan 2 maanden: reclasseringsadvies als gewenst is o.b.v. risico, gedrag, slachtofferbelangen ^ [4]
  5. Een erkende instantie (DJI, een reclasseringsinstelling of een derde-organisatie) die door DJI erkend is voor het aanbieden van een erkend programma. ^ [5]
  6. Functionaris DJI is senior casemanager ^ [6]
  7. passend vanuit de inhoud van het programma ^ [7]
  8. Functionaris DJI is senior casemanager ^ [8]
  9. een instelling op het terrein van maatschappelijke hulp- en dienstverlening of opleiding en scholing of een vrijwilligersorganisatie op het terrein van hulpverlening aan justitiabelen, niet zijnde een inrichting of een reclasseringsinstelling ^ [9]
  10. 3RO t.b.v. advies v.i., voorwaardelijk kader na detentie, inbreng als UVI ^ [10]
  11. Incidenteel verlof is mogelijk conform regelgevingBij PP’s langer dan 6 maanden kan verlof in afstemming met DJI en werkgever worden toegekend ^ [11]
Naar boven