1. Inleiding
[Regeling vervallen per 02-10-2018]
Artikel 69, vijfde lid, van de Wet personenvervoer 2000 (hierna: Wp2000) verplicht gemeentelijke vervoerbedrijven (hierna: GVB’s) tot het
jaarlijks door een onafhankelijke deskundige laten opstellen van een verklaring over
het voorgaande boekjaar. Uit de verklaring blijkt:
-
1. of de financiële verhoudingen tussen het GVB en haar dochter- en zusterbedrijven,
voor zover deze bedrijven openbaar vervoer, besloten busvervoer of taxivervoer verrichten,
dan wel werkzaamheden die daarmee rechtstreeks samenhangen, voldoet aan de in artikel 69, tweede lid onderdeel a, en derde lid, Wp2000 gestelde eisen, en,
-
2. of middelen die het GVB aanwendt of verkrijgt voor het verrichten van metro- en/of
tramvervoer, benut voor het verrichten van busvervoer, vervoer dat per AMvB gelijkgesteld
is aan openbaar vervoer en werkzaamheden die daarmee rechtstreeks samenhangen, voor
zover het GVB daarmee voordelen verkrijgt die verder gaan dan in het normale handelsverkeer
gebruikelijk is.
Op grond van artikel 87, vierde lid, Wp2000 is het de taak van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit
(hierna: de Raad) om er op toe te zien dat een dergelijke verklaring wordt opgesteld,
dat deze verklaring voldoet aan de eisen uit de Wp2000 en dat deze verklaring ter inzage is gelegd op alle kantoren van het GVB.
Doelstelling van het, in deze beleidsregel uitgewerkte, ‘Protocol gemeentelijke vervoerbedrijven’
is om uiteen te zetten op welke wijze de Raad de wet toepast. Het protocol bevat algemene
en specifieke uitgangspunten die de Raad en/of de door haar gemandateerde medewerkers
hanteert bij de uitvoering van haar werkzaamheden voor het toezicht op artikel 69, vijfde lid, Wp2000. In de bijlage bij het protocol wordt aangegeven op welke wijze de uitkomsten van de assurancewerkzaamheden
kunnen worden gerapporteerd.
Indien uit de rapportage van een GVB blijkt dat de onafhankelijke deskundige de in
deze beleidsregel neergelegde aanwijzingen heeft gevolgd en dat de rapportage ter
inzage is gelegd, wordt het GVB geacht aan artikel 69, vijfde lid, Wp2000 te voldoen. In bijzondere omstandigheden kan de Raad op grond van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht afwijken van deze beleidsregel.
Het protocol bevat de huidige inzichten van de Raad ten aanzien van het assurance-rapport
zoals genoemd in artikel 69, vijfde lid, Wp2000. Deze inzichten kunnen wijzigen. De Raad kan het protocol te allen tijde intrekken
of wijzigen.
Bij de totstandkoming van het protocol is gebruikgemaakt van opmerkingen van vertegenwoordigers
van de GVB’s en accountants die optreden als onafhankelijke deskundigen.