Wet van 13 december 2010 tot wijziging van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen,
het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten,
in verband met de aanpassing van de tenuitvoerlegging van vrijheidsbenemende jeugdsancties
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de tenuitvoerlegging
van vrijheidsbenemende straffen en maatregelen in justitiële jeugdinrichtingen te
optimaliseren, alsmede dat het wenselijk is te voorzien in een verplicht kader voor
nazorg aan jeugdigen na het verblijf in een jeugdinrichting;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: